M1 SS7 Chapter 5 extra 1

Welcome Mavo 1A
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome Mavo 1A

Slide 1 - Slide

Welcome Mavo 1C

Slide 2 - Slide

Stepping Stones Chapter 5

Slide 3 - Slide

PTO 3 - week 7 - lesson 1
Today's mission:
  • Grammar revision: Present Simple vs Present Continuous

Slide 4 - Slide

De present simple gebruik je om feiten, gewoonten, en dingen die we regelmatig doen te bespreken.

  • Water boils at 100 degrees
  • I teach you every Tuesday
  • She always cycles to work, but when it rains she goes by car.
Present simple

Slide 5 - Slide

Hoe maak je een present simple?
I / you / we / they = de stam van het werkwoord: walk, cook, organise
he / she /it (SHIT-woorden) = stam + s: walks, cooks, organises





Uitzonderingen
Wanneer de stam van een woord eindigt op:
-o - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I go - he goes
-s/ch - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I watch - she watches
-y - dan veranderd de -y in -ies bij he/she/it --> I fly - it flies

Maar.. eindigt het woord op een -y met een klinker ervoor (a, o, i, e, u) dan komt er alleen een -s achter.

Slide 6 - Slide

Hoe maak je een vraag in de present simple?
Bij het ww 'to be' verwissel je het onderwerp en de persoonsvorm:
You are very lucky. ---> Are you very lucky? 

Bij de andere ww begint je zin met 'do' of 'does': 
We like walking on the beach. ---> Do we like walking on the beach? 
He has a very cute dog. ---> Does he have a very cute dog?

Slide 7 - Slide

Hoe maak je een ontkenning in de present simple?
Bij het ww 'to be' voeg je 'not' toe aan de persoonvorm:
He is an old man. ---> He is not (isn't) an old man. 

Bij de andere ww voeg je  'don't' of 'doesn't' toe aan de zin: 
They like fish and chips. ---> They don't like fish and chips.
She loves to wear dresses. ---> She doesn't love to wear dresses.

Slide 8 - Slide

Present continuous
Deze tijd gebruik je wanneer iets NU plaatsvindt.
Voorbeelden?

John is nu aan het sporten - John is exercising now
Ik ben de krant aan het lezen nu - I am reading the paper at the moment.

Signaalwoorden?
Right now, at the moment, now, currently

Slide 9 - Slide

Hoe maak je een Present Continuous?
een vorm van 'to be' + stam + -ing
am + read + ing, is + walk + ing
Uitzonderingen?
woorden die eindigen op een -e: -e wordt vervangen door -ing
have - having, give - giving
Woorden met 1 lettergreep eindigend op een medeklinker met een klinker ervoor verdubbeld de medeklinker:
swap - swapping, cut - cutting, stop - stopping, beg - begging 
Het werkwoord 'to be'
  • I am     
  • you are     
  • he is     
  • she is     
  • it is     
  • we are     
  • you are      
  • they are     

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Present Simple or Present Continuous? 


Choose the present simple or present continuous:

1. (You / come) ______________________ tonight?
2. (He / eat) ______________________ rice every day?
3. I (work) ______________________ at the moment.
4. (He / come) ______________________ to London often?
5. He (play) ______________________ tennis now.



Slide 12 - Slide

Present Simple or Present Continuous? 


Choose the present simple or present continuous:

6. (You / come) _____________________to the cinema later?
7. They (not / come) _________________to to the party tomorrow.
8. He (not / play) _____________________to golf now.
9. (You / play) _____________________to tennis this Sunday?
10. They (go) _____________________to to a restaurant every Saturday.



Slide 13 - Slide

Present Simple or Present Continuous? 


Choose the present simple or present continuous:

11. She (not / go) ___________________ to the cinema very
often.
12. You usually (arrive) ___________________ late.
13. He normally (eat) ___________________ dinner at home.
14. (You / study) ___________________ every night?
15. (They / work) ___________________ late usually?



Slide 14 - Slide

Present Simple or Present Continuous? 


Choose the present simple or present continuous:

16. You (not / go) _________________________________ out later.
17. I (not / work) _________________________________ tonight.
18. (She / work) _________________________________ at the moment?
19. I (not / drink) _________________________________ coffee very often.
20. Julie (sleep) _________________________________ now.



Slide 15 - Slide

Homework

Make/finish:
-

Study:
Vocabulary A & C
chapter 5, page 96/97
Present Simple/Present Continuous, page 99

Slide 16 - Slide

PTO3 - week 7 - lesson 2
Today's mission:
  • Homework: vocabulary A + C chapter 5
  • Homework: Present Simple vs Present Continuous
  • Writing: postcard & blog

Slide 17 - Slide

Homework check - vocabulary

Vocabulary A + C chapter 5




Slide 18 - Slide

joinmyquiz.com
present simple & present continuous

Slide 19 - Slide

Writing

Today, we are going to practise writing an informal letter, mail or blog.

Maak aantekeningen van de informatie die zo komt. Je moet deze informatie gebruiken in de opdracht!

Slide 20 - Slide

What is the difference between formal and informal?

Slide 21 - Mind map

informele brief/mail/blog


Aanhef
  • Als je een goede band hebt met de geadresseerde, kun je bijvoorbeeld “Hi Dave,” zeggen, maar bij twijfel kun je beter “Dear Dave,” schrijven.

Slide 22 - Slide

informele brief/mail/blog


Inhoud
In de brief mag persoonlijk taalgebruik gebruikt worden, maar het is wel belangrijk dat het een nette brief blijft. Hierbij enkele voorbeelden:

  • “How are you?” (Hoe gaat het?)
  • “I hope you are doing well.” (Ik hoop dat alles goed gaat)
  • “How are the kids?” (Hoe gaat het met de kinderen?)

Slide 23 - Slide

informele brief/mail/blog


Afsluiting
Probeer in een informele brief niet al te formeel af te sluiten. Hierbij enkele voorbeelden:

  • “I am looking forward to seeing you” (Ik kijk er naar uit om je weer te zien)
  • “I can’t wait to hear from you” (Ik kan niet wachten om wat van je te horen)
  • “Give my regards to…” (Groetjes aan…)

Slide 24 - Slide

informele brief/mail/blog


Ondertekening
Bij de afsluiting van de brief, wordt de relatie met de persoon aan wie de brief geschreven wordt nog extra duidelijk. 

  • Voor goede bekenden kun je “Best wishes,”, “Best regards,” of “Kind regards,” gebruiken. 
  • En bij geliefden of familie kan ook “Love,” of “Lots of love,” gebruikt worden.
  • GEBRUIKT NOOIT GREETINGS!!!!!

Slide 25 - Slide

Opdracht
Maak opdracht 60 op blz. 92 OF opdracht 61 op blz. 93
1. Lees de opdracht goed door.
2. Maak de opdracht eerst in het klad.
3. Lees je werk goed na en kijk naar: 
- hoofdletters en leestekens
- werkwoordspelling
- spelling
4. Schrijf het daarna netjes in je schrift. 

Let op: denk aan de aanhef, inhoud, afsluiting en ondertekening!

Slide 26 - Slide

Homework

Make/finish:
-

Study:
Vocabulary F & G ch.5, p. 97


Slide 27 - Slide

PTO3 - week 7 - lesson 3
Today's mission:
  • Homework: vocabulary F & G
  • Finish writing: postcard & blog

Slide 28 - Slide

Homework check - vocabulary

Vocabulary F + G chapter 5


Test Vocabulary G:

Slide 29 - Slide

informele brief/mail/blog


Aanhef
  • Als je een goede band hebt met de geadresseerde, kun je bijvoorbeeld “Hi Dave,” zeggen, maar bij twijfel kun je beter “Dear Dave,” schrijven.

Slide 30 - Slide

informele brief/mail/blog


Inhoud
In de brief mag persoonlijk taalgebruik gebruikt worden, maar het is wel belangrijk dat het een nette brief blijft. Hierbij enkele voorbeelden:

  • “How are you?” (Hoe gaat het?)
  • “I hope you are doing well.” (Ik hoop dat alles goed gaat)
  • “How are the kids?” (Hoe gaat het met de kinderen?)

Slide 31 - Slide

informele brief/mail/blog


Afsluiting
Probeer in een informele brief niet al te formeel af te sluiten. Hierbij enkele voorbeelden:

  • “I am looking forward to seeing you” (Ik kijk er naar uit om je weer te zien)
  • “I can’t wait to hear from you” (Ik kan niet wachten om wat van je te horen)
  • “Give my regards to…” (Groetjes aan…)

Slide 32 - Slide

informele brief/mail/blog


Ondertekening
Bij de afsluiting van de brief, wordt de relatie met de persoon aan wie de brief geschreven wordt nog extra duidelijk. 

  • Voor goede bekenden kun je “Best wishes,”, “Best regards,” of “Kind regards,” gebruiken. 
  • En bij geliefden of familie kan ook “Love,” of “Lots of love,” gebruikt worden.
  • GEBRUIKT NOOIT GREETINGS!!!!!

Slide 33 - Slide

Opdracht
Maak opdracht 60 op blz. 92 OF opdracht 61 op blz. 93

1. Lees de opdracht goed door.
2. Maak de opdracht eerst in het klad.
3. Lees je werk goed na en kijk naar: 
- hoofdletters en leestekens
- werkwoordspelling
- spelling
4. Schrijf het daarna netjes in je schrift. 

Let op: denk aan de aanhef, inhoud, afsluiting en ondertekening!

Slide 34 - Slide

Lever hier je verhaal (of verhalen) in. Let goed op hoofdletters en punten!

Slide 35 - Open question

Homework

Make/finish:
-

Study:
-

Slide 36 - Slide

PTO3 - week 7 - lesson 4
Today's mission:
  • NUMO ENGELS: uitleg 
  • werken aan NUMO ENGELS

Slide 37 - Slide

NUMO Engels: uitleg

Vanaf nu gaan we anders werken met NUMO. 

  • Je werkt aan je eigen leerplan: START
  • Je werkt iedere week vanaf maandag 30 minuten
  • (dit kan je zien bij het kopje 'doel')
  • Donderdagmiddag MOET het klaar zijn
  • Geen excuses of smoesjes
  • Er wordt gecontroleerd hoeveel je doet!

Slide 38 - Slide