formatieve toets hst 12


Tigo en Mads doen een experiment. Ze voegen een oplossing van bariumchloride en een oplossing van magnesiumnitraat bij elkaar.
Mads zegt: Er ontstaat een neerslag van bariumnitraat.
Tigo zegt: Er ontstaat een neerslag van magnesiumchloride.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Tigo en Mads doen een experiment. Ze voegen een oplossing van bariumchloride en een oplossing van magnesiumnitraat bij elkaar.
Mads zegt: Er ontstaat een neerslag van bariumnitraat.
Tigo zegt: Er ontstaat een neerslag van magnesiumchloride.
Wie heeft er gelijk?
A
Tigo
B
Mads
C
Tigo & Mads
D
Geen van beiden

Slide 1 - Quiz


Juna voegt een oplossing van bariumhydroxide bij een oplossing van ijzer(II)sulfaat. Voorspel of er een neerslag ontstaat, zo ja uit welk zout of zouten bestaat deze neerslag?
Maak deze opgave op je blaadje en zet hieronder dat je het gedaan hebt.

Slide 2 - Open question


Om zinkionen uit een oplossing te verwijderen kun je gebruik maken van een oplossing van:
A
bariumcarbonaat
B
bariumnitraat
C
natriumcarbonaat
D
natriumnitraat

Slide 3 - Quiz


Rosemarie voegt een kopernitraatoplossing toe aan een oplossing van natriumfosfaat. 
Wat zal zij waarnemen?
A
Een emulsie.
B
Een gas.
C
Een heldere oplossing.
D
Een suspensie.

Slide 4 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Deze oplossing wordt ingedampt. Leg uit hoeveel zouten er maximaal kunnen ontstaan.

Slide 5 - Open question


Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat is de rationele naam voor kalksteen?
A
Kalkspaat
B
Calciumcarbonaat
C
Kalkwater
D
Calciumhydroxide

Slide 6 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. In welk van de baden is de kans op het ontstaan van kalksteenaanslag het grootst?
A
"De Blauwe Put" Hier is de concentratie carbonaat het hoogst.
B
"De Blauwe Put" Hier is de concentratie calcium het hoogst.
C
" De Witte Wel" Hier is de concentratie calcium het laagst.
D
"De Witte Wel" Hier is de concentratie carbonaat het laagst.

Slide 7 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke ionen hebben met elkaar gereageerd.

Slide 8 - Open question


Leg uit met behulp van een voorbeeld wat tribune-ionen zijn.

Slide 9 - Open question



In het zwembadwater van “De Blauwe Put” zit 485 mg chloride per liter water (zie afbeelding). Bereken hoeveel mg zilver-ionen je nodig hebt om 485 mg chloride-ionen te verwijderen.

Maak deze vraag op je blaadje en vul hieronder 'gedaan' in.

Slide 10 - Open question



Om chloride-ionen te verwijderen kun je zilver-ionen gebruiken. Een controleur heeft 1474 gram zilver-ionen nodig om alle choride-ionen te verwijderen. De zilverionen zijn afkomstig uit zilvernitraat. 

Hoeveel zilvernitraat moet de controleur oplossen om alle chloride-ionen te verwijderen? 

Maak deze vraag op je blaadje en vul hieronder 'gedaan' in.

Slide 11 - Open question


Lees de afbeelding hiernaast. 
In de tekst wordt gesuggereerd dat 'speciale ontkalkers' vaak bestaan uit een oplossing van zwavelzuur of uit zoutzuur. 
Mia wil onderzoeken of onderscheid kan worden gemaakt tussen een oplossing van zwavelzuur en zoutzuur.
Welke zoutoplossing is daarvoor geschikt?

A
een oplossing van bariumnitraat
B
een oplossing van ijzersulfaat
C
een oplossing van natriumcarbonaat
D
een oplossing van zinkchloride

Slide 12 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast: 
De tekst wordt zichtbaar doordat een gekleurde stof wordt gevormd bij de reactie van lood(II)nitraat met de oplossing van natriumsulfide.
Geef de formule van de gekleurde stof. 
Maak gebruik van Binas.

A
PbS
B
NaNO3
C
Pb(NO3)2
D
Na2S

Slide 13 - Quiz

Hoeveel gram calciumionen zitten in 80 liter oppervlaktewater met een hardheid van 11 DH?
Eén Duitse hardheidsgraad komt overeen met 7,1 mg calciumionen per liter water.
Sleep de 2 juiste stappen naar het blokje berekening.

berekening
80 : 7,1  = 11,26 mg
7,1 x 11 = 78,1 mg
11 : 7,1 = 1,55 mg
11,26 x 11 =124 mg
78, 1 x 80 = 6248 mg
1,55 x 80 = 124 mg

Slide 14 - Drag question


Lees de afbeelding hiernaast.
 Geef de vergelijking van de reactie waarbij het witte neerslag ontstaat.
.
Schrijf dit op je blaadje, vul hieronder "gedaan" in.

Slide 15 - Open question


Geef drie manieren waarop water geheel of gedeeltelijk onthard kan worden.

Slide 16 - Open question


Maak de neerslagreactie van de neerslag die ontstaat als je een oplossing van Bariumnitraat bij een oplossing van kaliumfosfaat giet.
Schrijf deze op je blaadje en vul in "gedaan". 

Slide 17 - Open question