This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Ademhaling bij dieren
Slide 1 - Slide
Gaswisseling: alle organismen doen aan gaswisseling
Slide 2 - Slide
Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling
Slide 3 - Drag question
Dieren
Alle dieren ademen zuurstof in --> er vindt verbranding plaats --> en ademen koolstofdioxide uit
Slide 4 - Slide
Welke andere vormen van ademhaling zijn er naast de longen?
Slide 5 - Open question
Inhoud
1. Eencellige dieren
2. Gaswisseling bij insecten
3. De ademhalingsorganen van vissen
4. De ademhaling bij vogels
Slide 6 - Slide
hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag
Slide 7 - Quiz
hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem
Slide 8 - Quiz
Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).
Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Tracheeën
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
Deze openingen noemen we stigma's.
Slide 11 - Slide
Tracheeën
Insecten halen de zuurstof uit uit de uit de lucht
Larven die in het water leven hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
De mond wordt alleen gebruikt om mee te eten
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
uitleg opbouw insecten
Slide 14 - Slide
ademhaling door tracheeën
Slide 15 - Slide
Kieuwen
Slide 16 - Slide
Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen
Slide 17 - Slide
Tegenstroomprincipe
Het bloed in de kieuwen stroomt tegengesteld aan de waterstroom. Hierdoor vindt meer diffusie plaats, omdat de concentratie steeds zo groot mogelijk blijft.
Slide 18 - Slide
www.schooltv.nl
Slide 19 - Link
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigd in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig
Slide 22 - Slide
Neuskamer --> keelholte --> longen
In de longen bevinden zich geen longblaasjes. Buiten de longen bevinden zich luchtzakken.
Lucht stroomt van de voorste luchtzak via de longen naar de achterste luchtzak. Gaswisseling vindt hierdoor sneller plaats
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 27 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.