20230925 Adverbs of Frequency

Adverbs of Frequency
At the end of the lesson you know:

1. the meaning of these words
2. Where to place them in a sentence
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Adverbs of Frequency
At the end of the lesson you know:

1. the meaning of these words
2. Where to place them in a sentence

Slide 1 - Slide

Grammar - adverbs of Frequency
Adverbs of Frequency geven aan hoe vaak je iets doet.

Plaats in de zin:
1. voor het werkwoord -> I always walk to school.
2. bij am/is/are komt het erna -> she is never late for school. 

Slide 2 - Slide

Adverbs of frequency komt meestal
A
voor het werkwoord
B
na het werkwoord

Slide 3 - Quiz

Bij am/is/are komt het werkwoord
A
Voor am/are/is
B
Na am/are/is

Slide 4 - Quiz

Wat geeft een adverb of frequency aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Waarom iets gebeurt

Slide 5 - Quiz

Kies de zin waar de adverb of frequency juist is geplaatst.
A
Every day I have English lessons
B
I have every day English lessons.
C
I have English lessons every day

Slide 6 - Quiz

Kies de zin waar de adverb of frequency juist is geplaatst.
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 7 - Quiz

Practise
In the next two slides you'll find online exercises. 
Do the exercises and check the anwers.

Finished? Work on your worksheet (homework for tomorrow)
and 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link