7 jan - Par. 3.5

V4natk2 - Goedemorgen!
Allereerst een gelukkig nieuw jaar gewenst!

Ga naar Lessonup.app en doe mee met de les via onze klas 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

V4natk2 - Goedemorgen!
Allereerst een gelukkig nieuw jaar gewenst!

Ga naar Lessonup.app en doe mee met de les via onze klas 

Slide 1 - Slide

Les op afstand
  • Les 2 x 30 min per week, altijd dezelfde google meet link
  • Houd altijd je boek, schrift en pen erbij
  • Minimaal 7 lessen tot de toetsweek 
  • Geen SO meer (kan niet online)
  • Repetitie over paragrafen 3.1 t/m 3.7

Slide 2 - Slide

Krachten en de 1e wet van Newton
Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Slide

De koffer staat stil op de helling. Dan werken er geen krachten op de koffer.
A
waar
B
onwaar

Slide 4 - Quiz

De koffer staat stil op de helling. Dan is zwaartekracht gelijk aan de normaalkracht.
A
waar
B
onwaar

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

De koffer heeft massa m. normaalkracht Fn is gelijk aan
A
m g cos𝛼
B
m g sin𝛼

Slide 7 - Quiz

𝛼
Fn = Fz,⟘

cos𝛼 = Fz,⟘ / Fz

Fz,⟘ = Fz cos𝛼

Fz = m g

Fn = m g cos 𝛼


Slide 8 - Slide

Het schip beweegt eenparig rechtlijnig vooruit als
A
Fres1,2 > Fw
B
Fres1,2 = Fw

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

33a
5

Slide 11 - Slide

33b. Beweegt de slee met constante snelheid?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

33b
Fwr
Ftrek,hor

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

35a. De spankracht is gelijk aan
A
Fz,// + Fwr
B
Fz,// - Fwr
C
Fz
D
Fz,//

Slide 15 - Quiz

Fspan = Fz// + Fwr
Fz// = Fz sin 22 = mg sin 22
Invullen geeft Fspan = 26 . 103 N

Fspan

Slide 16 - Slide

35b. Je laat de boot nu omlaag glijden met constante snelheid. De spankracht is nu
A
weer gelijk aan 26 kN
B
groter dan 26 kN
C
kleiner dan 26 kN

Slide 17 - Quiz


Boot omhoog:
Fspan = Fz// + Fwr


Fspan
Fspan

Boot omlaag:
Fspan + Fwr = Fz//
Fspan = Fz// - Fwr


Slide 18 - Slide

36a. Je valt met constante snelheid naar beneden. De luchtweerstand en zwaartekracht zijn dan
A
even groot en beide omlaag gericht
B
even groot en beide omhoog gericht
C
even groot en tegengesteld gericht

Slide 19 - Quiz

36c. Je doet je parachute open: daardoor rem je eerst sterk af tot je weer met constante snelheid valt. De wrijvingskracht is dan
A
groter dan met dichte parachute
B
kleiner dan met dichte parachute
C
even groot als met dichte parachute

Slide 20 - Quiz

36c. 
Je valt weer met constante snelheid --> Fz = Fw

Fz is gelijk gebleven, dus Fw ook. 

De snelheid waarmee je valt is wel lager geworden!

Slide 21 - Slide

Hw voor morgen
  • Lees par 3.6
  • Maak opgave 37 

Slide 22 - Slide