Economie Ve32 21-22; Les 3: Kostensoorten en afschrijvingen

• Veehouderij
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom! 

Economie - herhaling + omzet

Wat hebben we de
vorige keer gedaan?

Vandaag

1. Mededeling: gewasbescherming
2. Herhaling vorige les 
3. Omzet 
4.  Balans 

9.3 Kosten

constante kosten: onafhankelijk van productie

variabele kosten: afhankelijk van productie

totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten

TK = TVK + TCK

Constante kosten berekenen

• Bij het berekenen ga je altijd uit van normale productie 
• Voorbeeld:
• Constante kosten: 500.000 euro per jaar 
• Technisch maximale capaciteit: 100.000 artikelen
• Normale productie: 80.000 artikelen 
• 500.000 / 80.000 = €6,25

Bezettingsverschillen

• Afwijking van de normale productie
• Bezettingswinst of bezettingsverlies 
• 2 soorten berekeningen: 

1. Bij winst: (werkelijke productie - normale productie) x constante kosten per artikel
2. Bij verlies: (normale productie - werkelijke productie) x constante kosten per artikel 

Wat is omzet?

1. Winst die je hebt gemaakt op een product/dienst
2. Bedrag dat je op je rekening krijgt
3. Geldopbrengst van de verkochte producten/ verleende diensten
4. Inkoopprijs van artikelen

Omzet

• Verschil tussen omzet en inkoopwaarde = brutowinst
• Brutowinstopslag: kosten die doorberekend worden via een opslag op de inkoopprijs.

Voorbeeld 

Inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs exclusief BTW

Inkoopprijs: 10,-

Brutowinstopslag: 2,50

Verkoopprijs = 10 + 2,50 = 12,50 exclusief BTW

Winstopslag

Hierin neem mee: 

• Bedrijfskosten 
• Risico van derving of lekkage

Maak de vragen behorend bij het hoofdstuk: prijsberekening in de detailhandel (2.3)