Een student vertelt over het moment waarop hij/zij trots is.
De andere studenten luisteren en schrijven kwaliteiten op die worden benoemd.
Wanneer de student klaar is met vertellen, stellen de andere studenten een aantal reflectievragen aan de student. Intussen blijft iedereen zoveel mogelijk kwaliteiten opschrijven die benoemd worden.
Wissel van beurt.