Spreekwoorden Disk thema 19

Spreekwoorden &
uitdrukkingen
-
Disk thema 19

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spreekwoorden &
uitdrukkingen
-
Disk thema 19

Slide 1 - Slide

Maar eerst.....

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Welk cijfer geef jij je vakantie?
010

Slide 4 - Poll

spreekopdracht
Vertel je buurman/-vrouw over jouw vakantie. 

1 Wat is het leukste wat je hebt gedaan in je vakantie?
2 Wat was minder leuk in de vakantie?
3 Wat zijn jouw doelen voor de toetsweek? 
4 Waar werk je naartoe? Waar hoop je na de volgende vakantie te zijn?



timer
3:00

Slide 5 - Slide

Nu gaan we echt beginnen...
Aan het eind van de les:

- Ken je vijf nieuwe Nederlandse spreekwoorden
- Weet je de betekenis van deze spreekwoorden
- Weet je in welke situatie je deze spreekwoorden kunt                        gebruiken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Weet je het nog? Wat betekent
'april doet wat hij wil'?

Slide 8 - Open question

Is dit een spreekwoord of een uitdrukking? Waarom?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Kun jij raden wat dit betekent?

Slide 11 - Open question

Wat denk jij? Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 12 - Quiz

Waarom is dit een uitdrukking?

Slide 13 - Open question

Wanneer ben jij je de koning te rijk?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Wat zou dit kunnen betekenen?

Slide 16 - Open question

Waar of wanneer voel jij je zo vrij als een vogel?

Slide 17 - Open question

Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 18 - Quiz

Heb je deze uitdrukking ook in jouw taal? Of iets wat erop lijkt?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Wat betekent dit volgens jou?

Slide 21 - Open question

Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 22 - Quiz

Heb je dit spreekwoord ook in jouw taal?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

letterlijk

Slide 25 - Slide

Maar wat betekent het figuurlijk?

Slide 26 - Open question

Is dit een spreekwoord of een uitdrukking?
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 27 - Quiz

Wat heb je geleerd?*

Slide 28 - Mind map

Welk spreekwoord/uitdrukking ga jij gebruiken?*

Slide 29 - Mind map

Opdracht
1 Maak een groepje van drie personen.

2 Kies een spreekwoord of een uitdrukking.

3 Maak een video met een situatie die past bij jullie uitdrukking/spreekwoord


Slide 30 - Slide

Hoe ga je te werk?
1 Kies een spreekwoord/uitdrukking.
2 Bedenk een situatie.
3 Denk na waar en hoe je dit kan spelen. Wat heb je nodig?
4 Wie zegt wat? Oefen samen.
5 Kies wie filmt en wie speelt.
6 Controleer of het geluid van de video goed is.
7 Stuur de video naar mevrouw Stad.

Slide 31 - Slide