H5 Flashcards Globalisering (B) printversie

Noem sociaal-culturele landen indicatoren
B1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem sociaal-culturele landen indicatoren
B1

Slide 1 - Slide

  • analfabetisme
  •  % meisjes dat naar school gaat 
  • godsdienst 
  • taal 
  • ...

* Let op! Sociaal-culturele indicatoren zeggen niet altijd iets over economische ontwikkeling. 

Slide 2 - Slide

Noem demografische landen indicatoren
B1

Slide 3 - Slide

  • Sterftecijfer
  • Geboortecijfer
  • levensverwachting
  • zuigelingensterfte  / kindersterfte 
  • fase demografisch transitiemodel
  • ...

Slide 4 - Slide

Noem economische landen indicatoren

B1

Slide 5 - Slide

  • BNP
  • BBP
  • Verdeling beroepsbevolking (primaire, secundaire, tertiaire sector) 
  • ... 


Slide 6 - Slide

 Noem politieke landen indicatoren
B1

Slide 7 - Slide

  • democratisch gehalte
  • mensenrechten
  • corruptielevel
  • ... 

Slide 8 - Slide

 Waarom gebruiken we landen indicatoren en wat zijn de beperkingen?
B1

Slide 9 - Slide


Gebruiken landen indicatoren om landen met elkaar te vergelijken en tot een indeling van de wereld te komen. 

Werken met BNP heeft ook nadelen:
  • geen inzicht in regionale verschillen
  • geen inzicht in sociale ongelijkheid
  • BNP zegt niks over levensomstandigheden
  • Informele sector wordt niet meegenomen 

Oplossingen: VN-ontwikkelingsindex (combi welzijn + welvaart) of Bruto Regionaal Product

Slide 10 - Slide

Wat is het wereldsysteem? 
B1

Slide 11 - Slide

Wereldsysteem:
  1. centrum: dienstensector, vraag naar goedkope producten en voedsel
  2. periferie: leveren grondstoffen en voedsel in ruil voor geld en goederen
  3. semi-periferie: opkomende landen, industrie groeit. 

Slide 12 - Slide

Waarom verandert de internationale arbeidsverdeling?
B1

Slide 13 - Slide

  • Veel westerse bedrijven besteden hun productie uit aan semi-periferie vanwege lage lonen.

  •  Nieuwe trend sinds covid / oorlog oekraïne / evergreen:
    reshoring: gedeelten van de productie terughalen naar centrumlanden omdat het systeem kwetsbaar bleek te zijn

Slide 14 - Slide

Hoe veranderen de internationale handels- en investeringsstromen?
B1

Slide 15 - Slide

Nu: meeste handelsstroom tussen triade landen: Japan, VS en EU 

Toekomst: 
  • landen rondom pacific rim worden belangrijker 
  • zuid-zuid investeringen 
  • het westen promoot vrijhandel (door bijvoorbeeld SEZ's) 

Slide 16 - Slide

Geef voorbeelden van culturele globalisering.

B2

Slide 17 - Slide

diffusie: cultuurelementen verspreiden

Amerikanisering: verspreiding westerse cultuur
Lingua Franca: gemeenschappelijke taal (engels)

Maar ook herwaardering van eigen (nationale/lokale) identiteit

Slide 18 - Slide

Geef voorbeelden van politieke  globalisering.

B2

Slide 19 - Slide

meer samenwerking tussen landen.

Europese Unie, Verenigde Naties, NAVO etc.   


maar ook: eigen (nationale/regionale) identiteit willen beschermen (Brexit)

Slide 20 - Slide

Geef voorbeelden van economische globalisering.

B2

Slide 21 - Slide

internationale handel



MNO's


Internationale arbeidsverdeling en productieketen.


Minder economische ristricties, wereldwijd meer samenwerking


Slide 22 - Slide

Positieve en negative gevolgen van globalisering
B2

Slide 23 - Slide

Positieve gevolgen
Negatieve gevolgen
Economische vooruitgang voor veel mensen

Meer kennis delen 

Meer culturen kennen 
Niet iedereen profiteert: 
regionale en sociale ongelijkheid

Ruimtelijke afwenteling

Afwenteling in tijd

Slide 24 - Slide

Geschiedenis van globalisering

B2

Slide 25 - Slide

  • Tijd-ruimte compressie: relatieve afstand wordt korter

  • Transport-, communicatie- en informatietechnologie versnellen globalisering

Slide 26 - Slide

Wat is de positie van India in het wereldsysteem en a.h.v. welke kenmerken weet je dat.

B2

Slide 27 - Slide

  • India = semi-periferie
  • Was exploitatiekolonie van GB
  • Opkomende economie
  • Groeiende bevolking / veel bewoners in werkende leeftijd
  • Veel secundaire sector, met steeds meer tertiaire sector (callcenters, bedrijfsadministratie)

Slide 28 - Slide

Wat is de positie van Groot-Brittannië in het wereldsysteem en a.h.v. welke kenmerken weet je dat.
B2

Slide 29 - Slide

  • Groot-Brittannië = centrum
  • Was koloniale grootmacht
  • Vergrijzing
  • Vroeger grote industrie, maar deze hebben ze uitgeschoven naar semi-periferie / lagelonenlanden. 
  • Nu diensteneconomie (tertiaire sector)

Slide 30 - Slide