Atoommodel en periodiek systeem

Hoofdstuk 1 Chemisch rekenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 Chemisch rekenen

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Intro H1 + uitleg 1.1
  • Bestuderen 1.1
  • Maken 3, 6A, 7AB, 8
  • Bestuderen 1.2
  • Maken 14
  • Maken opgaven bij krantenartikel
  • Afsluitende quiz

Slide 2 - Slide

Wat leer je in hoofdstuk 1?
  • Je leert wat een atoommodel is en hoe dit eruit ziet.
  • Je leert hoe het periodiek systeem is opgebouwd.
  • Je leert rekenen aan reacties (chemisch rekenen).
  • Je leert de significantieregels.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1.1 Atoombouw

Slide 5 - Slide

Bekijk Binas tabel 25.
Wat zie je (niet laatste kolom)?
Wat denk je dat isotopen zijn?
Kun je de getallen terug vinden in het periodiek systeem, Binas tabel 99? (atoomnummer, massagetal, atoommassa)

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Ontstaan van huidige atoom





Lees in je boek meer over het ontstaan van het huidige atoommodel.

Slide 8 - Slide

Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

In Binas tabel 25 is dit te vinden van de meeste isotopen.

Isotopen hebben een gelijk aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37






Verdeling van elektronen (elektronenconfiguratie) in Binas tabel 99.

Slide 10 - Slide

Atoommodel van Bohr

Slide 11 - Slide

Atoommassa
  • Wordt uitgedrukt in u (1 u = 1,66*10-27 kg) Binas 7B

  • Relatieve atoommassa's uitrekenen: gebruik Binas 25 voor percentages voorkomen in de natuur.
  • Percentages omzetten in factor (delen door 100), vermeningvuldigen met de atoommassa en de som daarvan.
  • Binas 99 (periodiek systeem) bevat relatieve atoommassa's.

Slide 12 - Slide

Deze les

  • Intro H1 + uitleg 1.1
  • Bestuderen 1.1 t/m 'Atoommassa'
  • Maken 1, 6, 9 (evt. thuis afmaken)
  • Bestuderen 1.1 vanaf 'Periodiek systeem' (± lesuur 2)
  • Opgaves paragraaf 1 AF


  • Afsluitende quiz (laatste 10 min)

Slide 13 - Slide

Wat is de elektronenconfiguratie van calcium (atoomnummer 20)? Gebruik Binas 99.
timer
0:45
A
40,08
B
20
C
8,2
D
2,8,8,2

Slide 14 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel protonen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 15 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 16 - Quiz

Wat is een isotoop?
A
Atomen van hetzelfde element met hetzelfde aantal elektronen
B
Atomen van hetzelfde element met hetzelfde aantal neutronen
C
Atomen van hetzelfde element met verschillend aantal elektronen
D
Atomen van hetzelfde element met verschillend aantal neutronen

Slide 17 - Quiz

Natrium is zeer reactief. Leg uit hoe dit komt aan de hand van de elektronenconfiguratie.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide