This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lidwoorden
Slide 1 - Slide
Wat ga je leren?
In deze les leer je:
wat lidwoorden zijn
de regels bij de-woorden
de regels bij het-woorden
Slide 2 - Slide
Lidwoorden
de, het, een
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
de-woorden
er zijn meer de-woorden, dan het-woorden
de woorden bij meervoud, cijfers en letters, namen van bergen en rivieren
personen
het-woorden
bij verkleinwoorden (-je, -pje, -tje)
namen van talen
windrichtingen
woorden die eindigen op -um en -ment
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Weet je nog niets?
Gebruik 'een'.
Ik heb een huis.
David eet een banaan.
Layla heeft een kind.
Heb je al informatie? Gebruik ‘de’ of ‘het’.
Hethuis heeft drie kamers.
De banaan is lekker.
Het kind heet Mohammed.
Slide 7 - Slide
... bank
A
de
B
het
Slide 8 - Quiz
... buurt
A
de
B
het
Slide 9 - Quiz
ziekenhuis
A
de
B
het
Slide 10 - Quiz
druppels
A
de
B
het
Slide 11 - Quiz
ogen
A
de
B
het
Slide 12 - Quiz
broek
A
de
B
het
Slide 13 - Quiz
briefje
A
de
B
het
Slide 14 - Quiz
opdracht
A
de
B
het
Slide 15 - Quiz
... dier
A
de
B
het
Slide 16 - Quiz
stoelen
A
de
B
het
Slide 17 - Quiz
... bed
A
de
B
het
Slide 18 - Quiz
... tafels
A
de
B
het
Slide 19 - Quiz
... stoeltje
A
de
B
het
Slide 20 - Quiz
... meisje
A
de
B
het
Slide 21 - Quiz
... vijf
A
de
B
het
Slide 22 - Quiz
... Mount Everest
A
de
B
het
Slide 23 - Quiz
.... oosten
A
de
B
het
Slide 24 - Quiz
Appartement
A
de
B
het
Slide 25 - Quiz
tafeltje
A
de
B
het
Slide 26 - Quiz
vrouw
A
de
B
het
Slide 27 - Quiz
Mag ik ..... brood
A
de
B
het
Slide 28 - Quiz
Ik eet elke dag ... appel.
A
de
B
het
C
een
Slide 29 - Quiz
Wil je ... kopje thee?
A
de
B
het
C
een
Slide 30 - Quiz
Ik ga met ... fiets naar het werk.
A
de
B
het
C
een
Slide 31 - Quiz
... fruit is op.
A
de
B
het
C
een
Slide 32 - Quiz
.... auto is van mij
A
de
B
het
C
een
Slide 33 - Quiz
Ik houd niet van ... winter.
A
de
B
het
C
een
Slide 34 - Quiz
We kijken elk weekend ... film.
A
de
B
het
C
een
Slide 35 - Quiz
... opa en oma van Said zijn oud.
A
de
B
het
C
een
Slide 36 - Quiz
Elisa heeft een kind. ... kind het Lola.
A
de
B
het
C
een
Slide 37 - Quiz
Wil je ... koekje bij de koffie?
A
de
B
het
C
een
Slide 38 - Quiz
... soep is lekker.
A
de
B
het
C
een
Slide 39 - Quiz
Sarah woont in een appartement. ... appartement is klein.
A
de
B
het
C
een
Slide 40 - Quiz
Mijn vader heeft ... auto gekocht.
A
de
B
het
C
een
Slide 41 - Quiz
Hoeveel lidwoorden staan er in dit verhaal?
'Vandaag ga ik naar de winkel. Ik loop door het park naar de winkel. De man in de winkel zegt: “Hallo”. Ik zoek het fruit. Ik neem appels en bananen. De man weegt de appels en de bananen. Ik ga naar de kassa en ik betaal de boodschappen.'
A
10
B
11
C
12
D
13
Slide 42 - Quiz
Hoe vond je deze les? niet leuk ........................ heel leuk
😒🙁😐🙂😃
Slide 43 - Poll
Hoe vond je deze les? heel moeilijk ........................ heel makkelijk