gedicht/ poezie

• NT2
• ISK

gedicht/ poezie

Gepaard rijm

Gekruist rijm

De spelregels

• Het gedicht is tussen de acht en twaalf regels.
• De regels moeten in groepjes bij elkaar staan (strofes).
• Er moet rijm in je gedicht zitten.
• Zorg dat de rijmwoorden steeds aan het einde van de regel staan (opmaak)
  
• Geef je gedicht een Titel

Opdracht: maak nu zelf een gedicht. 

Bijvoorbeeld over:

- je vakantie

- je eerste schoolweek

- je doelen

- de liefde, het leven, ...

- gebruik eventueel je blaadjes waarop tegenstellingen en rijmen staan. En gebruik deze.

Samen

Laat je gedicht lezen door een klasgenoot . Jij leest zijn/haar gedicht.

• Heeft het gedicht tussen de acht en twaalf regels?
• Gaat het gedicht over een gevoel?
• Is er een titel?
• Staan de regels in groepjes bij elkaar (strofes)?
• Is er rijm? 
• Heb je nog een tip voor de ander?

Alleen

• Wil je nog iets veranderen of verbeteren?
• Schrijf het gedicht in het net (A4)
• Maak een tekening / sierlijst die past bij je gedicht.
• Maak er een foto van en stuur het naar Noa

Presenteren aan de klas

Op het bord staat je gedicht.

Lees je gedicht voor aan de klas.

Praat hard op en probeer je gevoel erin te leggen.