Parlementairdemocratie-herhalingsles

deelnemen aan Lessonup
Doe je geluid uit. Alleen aan doen als je een vraag hebt.
Als je een vraag hebt gebruik het handje.
Ga naar lessonup.app om te registreren en/of in te loggen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

deelnemen aan Lessonup
Doe je geluid uit. Alleen aan doen als je een vraag hebt.
Als je een vraag hebt gebruik het handje.
Ga naar lessonup.app om te registreren en/of in te loggen

Slide 1 - Slide

Planning
1. mededeling Toets 19 januari
2. Filmpje over de Tweede Kamer
2. Herhaling leerstof parlementaire democratie quiz



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Parlementaire democratie quiz

Slide 6 - Slide

1:Uit welke twee onderdelen bestaat het kabinet?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+ staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen +koning
D
Ministers+ ambtenaren

Slide 7 - Quiz

2:Welke partijen zitten er op dit moment in het kabinet?
A
PVDA+VVD+D66
B
VVD+CDA+D66+ Groenlinks
C
Groenlinks+D66+PVDA
D
VVD+CDA+CU+D66

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

3:Waarom is het opmerkelijk dat Van Rijn benoemd is als minister?
A
Omdat hij eerder minister is geweest
B
Hij heeft eerder fouten gemaakt
C
Hij is geen lid van een coalitiepartij
D
Het is niet zijn vakgebied

Slide 10 - Quiz

4:Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+ staatssecretarissen
B
Minister president+ Koning
C
Ministers+Koning
D
Minister+ambtenaren

Slide 11 - Quiz

5: De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus

Slide 12 - Quiz

6: Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers

Slide 13 - Quiz

7: Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief

Slide 14 - Quiz

8: Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen

Slide 15 - Quiz

9: Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.

Slide 16 - Quiz

10: Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten

Slide 17 - Quiz

11: Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet

Slide 18 - Quiz

12: Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester

Slide 19 - Quiz

13: Bij Europese verkiezingen mag je stem uit brengen op een kandidaat
A
Eurocommissaris
B
Europese Minister
C
Tweede Kamerlid
D
Euro Parlementariër

Slide 20 - Quiz

14: In de gemeente heb je stemrecht om.............. te kiezen
A
Gemeenteraadsleden
B
A en C zijn goed
C
Burgemeester
D
Statenleden

Slide 21 - Quiz

15: De bestuurders binnen de provincie heten
A
Statenleden+ wethouders
B
Burgemeester+ wethouders
C
Gedeputeerden+ Commissaris v.d Koning
D
Ministers+ staatssecretarissen

Slide 22 - Quiz

19: Een demissionair kabinet
A
moet nog benoemd worden
B
is benoemd voor vier jaar
C
is er voor een kabinetscrisis
D
handelend alleen lopende zaken af

Slide 23 - Quiz

20: Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250

Slide 24 - Quiz

21 Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 25 - Quiz

22: Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota

Slide 26 - Quiz

23: Thierry Baudet maakt deel uit van
A
Eerste Kamer
B
Kabinet
C
Tweede Kamer
D
Regering

Slide 27 - Quiz

24: De functie van minister op Europees niveau noem je:
A
Eurocommissaris
B
Europese Raad
C
Europarlementarier
D
Europese Ministers

Slide 28 - Quiz

25: Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer

Slide 29 - Quiz

Wat vond je van deze les?

Slide 30 - Open question

Welke vraag heb je over het HO?

Slide 31 - Open question