Wiskunde 3 basis h5 kijken en redeneren

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

1. schuur, fabriek met schoorsteen, molen
2. molen, schuur, fabriek met schoorsteen
3. molen, fabriek met schoorsteen, schuur
4. schuur, molen

Uit hoeveel kubusjes bestaat dit bouwsel uit het vorige plaatje?

1. 12
2. 13
3. 14
4. 15

Geef de aanzichten de juiste naam.

Tekst

Zij-aanzicht

Boven-aanzicht

Voor-aanzicht

Dit kubusbouwsel is gemaakt van kleine kubusjes.
Hoeveel kubusjes zie je in het vooraanzicht?

Arthur haalt zoveel mogelijk kubusjes weg zonder dat het vooraanzicht verandert.
Hoeveel kubusjes staan er dan nog?

Hoeveel kubusjes kun je hoogstens weghalen
zonder het bovenaanzicht te veranderen?

Op het eiland staan een huis en

een vuurtoren.

Sleep de rode ster op de plaats van

het huis op de plattegrond. En sleep de driehoek naar de plaats van de vuurtoren.

Op een tafel staat een rond etensbord.
Verder ligt er een boek op tafel.
Er zijn ook twee aanzichten getekend.

Welke vorm heeft het etensbord in
het bovenaanzicht?

1. vierkant
2. rechthoekig
3. cirkel
4. ovaal

Op een tafel staat een rond etensbord.
Verder ligt er een boek op tafel.
Er zijn ook twee aanzichten getekend.

Welke vorm heeft het boek in
het bovenaanzicht?

1. vierkant
2. rechthoekig
3. cirkel
4. ovaal

Op tafel staat een beker en een broodtrommel.
Bij het bovenaanzicht zijn twee aanzichten getekend.
Hoe ziet de bovenkant van de beker eruit?

Op tafel staat een beker en een broodtrommel.
Bij het bovenaanzicht zijn twee aanzichten getekend.
Hoe ziet de bovenkant van de broodtrommel eruit?

Welke 2 bouwsels uit het vorige plaatje hebben hetzelfde vooraanzicht?

1. A en B
2. A en C
3. A en D
4. B en C

Tobias staat in een gang en kijkt het lokaal in.

  Zijn kijklijnen zijn al getekend.

Hoeveel tafels kan Tobias in zijn geheel zien?

Tobias loopt naar het lokaal en stopt in de deuropening.

Is de hoek tussen de kijklijnen gelijk gebleven of groter, kleiner
geworden toen Tobias naar het lokaal liep?

1. gelijk gebleven
2. groter geworden
3. kleiner geworden
4. geen idee

Mevrouw en meneer De Jager hebben een nieuw keukenblok besteld
voor hun vakantiewoning.
In de tekening staan verschillende afmetingen.
Bereken en vul de lengte van de onbekende afmetingen in.
Afmeting B is ___________________________________ cm.

Mevrouw en meneer De Jager hebben een nieuw keukenblok besteld
voor hun vakantiewoning.
In de tekening staan verschillende afmetingen.
Bereken en vul de lengte van de onbekende afmetingen in.
Afmeting A is ___________________________________ cm.