Taalblokken H5 Hoofd - en bijzaken

Deze les
Lessonup
Maken Taalblokken H5, paragraaf 5.1 en 5.2
Lesdoel
Je kunt beschrijven wat het verschil is tussen hoofd- en bijzaken

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
Lessonup
Maken Taalblokken H5, paragraaf 5.1 en 5.2
Lesdoel
Je kunt beschrijven wat het verschil is tussen hoofd- en bijzaken

Slide 1 - Slide

Hoofd- en bijzaken

Slide 2 - Slide

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 3 - Quiz

Lees de volgende uitspraken over hoofd- en bijzaken.

1. Hoofdzaken staan meestal alleen in het begin van een tekst.
2. Als je een signaalwoord ziet, weet je dat er een bijzaak volgt.

Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 4 - Quiz

Waarom zijn signaalwoorden belangrijk bij het
bepalen van de hoofd- en bijzaken?
A
Signaalwoorden bepalen wat een hoofd- of bijzaak is.
B
Signaalwoorden geven aan wanneer er een hoofdzaak volgt.
C
Signaalwoorden kunnen aangeven dat er een hoofd- of bijzaak volgt.
D
Signaalwoorden geven aan wanneer er een bijzaak volgt.

Slide 5 - Quiz

Wanneer is iets een hoofdzaak?
A
Als je de tekst ook kunt begrijpen zonder deze informatie.
B
Als je de informatie nodig hebt om de tekst te begrijpen.
C
Als je de tekst alleen interessant vindt door deze informatie.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'hoofdzakelijk'?
A
Vooral
B
Alleen maar zakelijk
C
Informeel
D
Bijna nooit

Slide 7 - Quiz

Hoofdzaken
Hoofdzaken: Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is. 
Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen.

Je vindt hoofdzaken meestal aan het begin of aan het eind van een tekst in kernzinnen. Denk aan feiten of eigenschappen van het onderwerp. Een tekst beantwoordt wie-, wat-, waar-, wanneer- waarom en hoe-vragen over het onderwerp. Hoofdzaken geven antwoord op een van deze vragen.
 




Slide 8 - Slide

Bijzaken
Bijzaken: zijn vaak voorbeelden en extra uitleg. Tekst wordt hierdoor helderder of leuker. Bijzaken kun je weglaten.

Samenvatting 
Als je een tekst samenvat, noem je alleen de hoofdzaken. 




Slide 9 - Slide

Hoofdzaak of bijzaak?
............................... in het computerlokaal.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 10 - Quiz

Lees de tekst links.
Zijn onderstaande uitspraken hoofd- of bijzaak?

De spinnen zijn ontdekt in het computerlokaal.
De Britse school 'Dean Academy' is gesloten.
De Valse Weduwe houdt van warme, donkere plekken.
De Valse Weduwe is de giftigste spin die in Groot- Brittannië rondloopt.
De ‘Dean Academy’ heeft geen herfstvakantie of ijsvrij.

Slide 11 - Slide

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 12 - Quiz

Taalblokken
Hoofdstuk 5 blz 138
maken oefeningen blz 139 t/m blz 149  (30 minuten)
Klassikaal nakijken    (10 minuten)

Slide 13 - Slide