Betoog

Een betoog schrijven
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een betoog schrijven

Slide 1 - Slide

betoog
- Een betoog: je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. 
- Je maakt gebruik van argumenten.
- Je maakt je argumenten duidelijker door er ook een voorbeeld of uitleg bij te geven. 
- Je geeft ook een tegenargument met een weerlegging.

Slide 2 - Slide

Indeling betoog
Een betoog bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Slot

Slide 3 - Slide

De inleiding
Tijdens de inleiding geef je kort een mening over het onderwerp. Gebruik daarvoor signaalwoorden voor een mening, bijvoorbeeld:
Ik vind ..., Ik denk ..., Volgens mij ..., Ik ben van mening ...

Slide 4 - Slide

Het middenstuk
In het middenstuk gebruik je voor elk argument één alinea. In de eerste zin van elke alinea schrijf je je argument. 
Ga dan door op dezelfde regel en geef voorbeelden of een uitleg bij je argument. 
Maak je tekst duidelijker door in de eerste zin van elke alinea een signaalwoord te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn ook, ten eerste, ten tweede en bovendien

Slide 5 - Slide

Het slot
In het slot schrijf je je conclusie. Vaak herhaal je in je conclusie heel kort je mening en argumenten. Gebruik in het slot een signaalwoord voor conclusie, bijvoorbeeld dus, kortom, dat betekent

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Schrijfplan
Voordat je start met je betoog maak je eerst een schrijfplan. In je schrijfplan benoem je je argumenten. Ook benoem je de stelling in je schrijfplan. 

Slide 8 - Slide

Een betoog is een overtuigende tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In de inleiding van je betoog geef je kort je mening over het onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

In je betoog is het niet belangrijk om signaalwoorden te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In het slot herhaal je heel kort je mening en argumenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Je vult het schrijfplan in.

Je maakt de opdracht 'betoog telefoonverbod'

Slide 13 - Slide