This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bescherming
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 12 Afweer
12.1 Planten en afweer
12.2 Bescherming
12.3 Niet-specifieke afweer
12.4 Specifieke afweer en antistoffen
12.5 Lichaamsvreemd
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je leert het eerste verdedigingsniveau de huid en slijmvliezen
Je weet hoe verschillende soorten bacteriën onderscheiden worden
Slide 3 - Slide
Waardoor ‘aangevallen’
Bacterïen
Niet alle bacteriën zijn slecht
Virussen
Parrasieten
Denk aan malaria of slaapziekte
UV straling
Meer
Schimmels
Eencelligen
Slide 4 - Slide
Welke eigenschappen heeft een bacterie?
Wel
Niet
Celkern
Plastiden (bv. bladgroen)
Celwand
Vacuole
Maakt je altijd ziek
Slide 5 - Drag question
Welke ziekteverwekker kunnen wij bestrijden met antibiotica:
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Virussen
D
schimmels, bacteriën en virussen.
Slide 6 - Quiz
Welke ziekteverwekkers dringen je cellen binnen?
A
virussen
B
bacteriën
C
schimmels
Slide 7 - Quiz
Virussen zijn geen organismen, omdat ze ...
A
niet alle levenskenmerken vertonen
B
geen celmembraan hebben
C
geen DNA hebben
D
geen bladgroenkorrels hebben
Slide 8 - Quiz
Hoe beschermt je lichaam zichzelf
Je lichaam probeert ziekteverwekkers buiten het lichaam te houden en te doden als het toch in het lichaam komt.
Doet dit met:
* fysieke barrière
* aangeboren aspecifieke afweer
* verworven specifieke afweer
Slide 9 - Slide
vandaag focussen we op:
de fysieke barrière
Slide 10 - Slide
Hoe beschermt je lichaam zichzelf
Bescherming met de huid:
De huid is ondoordringbaar voor bacteriën
Op de huid ligt een laagje talg. Talg remt bacteriegroei
Slide 11 - Slide
Hoe beschermt je lichaam zichzelf
Bescherming met de speeksel:
Speeksel remt bacteriegroei
(enzymen)
Bescherming met maagsap:
Maagsap is erg zuur en doodt bacteriën
Slide 12 - Slide
De huid beschermt tegen sterke oververhitting door...
A
zweet te produceren
B
bloedvaatjes in de huid te verwijden
C
bloedvaatjes in de huid te vernauwen
D
pigment te maken
Slide 13 - Quiz
Wat wordt bedoeld met 'de huidflora'?
A
bacteriën en gisten die normaal op je huid zitten
B
bacteriën die leven van afvalstoffen en huidschilfers uit zweet
C
kleine plantjes op je huid
D
schimmels die tussen je tenen groeien
Slide 14 - Quiz
functies Huid
Beschermt tegen:
beschadigingen
ziekteverwekkers
DNA beschadiging door zonlicht
uitdroging
Slide 15 - Slide
Brandwonden
1e graads: huid is rood
2e graads: opperhuid + delen lederhuid aangetast
3e graads: opperhuid en lederhuid compleet verwoest.
Slide 16 - Slide
Opperhuid
Kiemlaag en hoornlaag
Slide 17 - Slide
Hoornlaag
Dode cellen
Vetlaagje (talg)
Slide 18 - Slide
Kiemlaag
Huidstamcellen
Pigmentvormende cellen
Slide 19 - Slide
opperhuid
Hoornlaag = dode laag cellen
Stevig, ondoordringbaar, waterdicht.
De melanocyten in de kiemlaag vormen pigment. Pigment beschermt snel delende cellen in de kiemlaag tegen UV-straling die mutaties zou kunnen veroorzaken.
Slide 20 - Slide
UV-licht stimuleert pigmentvormende cellen om pigmentkorrels te maken. Dit worden verdeeld over cellen in de opperhuid. Pigmentkorrels houden UV straling tegen.
Slide 21 - Slide
Lederhuid
Spieren en talgklieren (haren)
Zweetklieren
Warmte en koude zintuigen
Tastzintuigen
Slide 22 - Slide
Huid: kou/ hitte
Bij kou: minder doorbloeding van de huid -> minder warmteverlies
Bij hitte: meer doorbloeding van de huid -> meer warmteverlies + verdamping van zweet.
Slide 23 - Slide
Onderhuids
bindweefsel
Haarzakjes met haren
Drukzintuigen
Vetweefsel
Slide 24 - Slide
Andere epitheelcellen
Op plekken waar geen huid zit produceren epitheelcellen:
Traanvocht (met anti-bacterie-enzymen)
Slijm (vangt ziekteverwekkers en stof) -> slijmvliezen
Zoutzuur (in de maag - doodt ziekteverwekkers)
Ook hebben deze epitheelcellen soms trilharen die het slijm naar buiten werken. Bijvoorbeeld in de lichtpijp.
Slide 25 - Slide
Epitheel is onder andere de bekleding van je mond en darmen. Wat is dan 'endotheel'?