(2) Spelling: hoofdletters en aanhalingstekens

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Spelling: hoofdletters en aanhalingstekens
  2. Zelf aan de slag

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters en aanhalingstekens
Lesdoel:
Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 
  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 
  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)





Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aanhalingstekens
  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

even opwarmen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is fout gespeld?
A
Tweede Paasdag
B
Oudjaar
C
Hemelvaartsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Met of zonder hoofdletter in de zin?
De stad maakt zich klaar voor een bezoek van....
A
koningin maxima
B
Koningin maxima
C
Koningin Maxima
D
koningin Maxima

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Met of zonder hoofdletter in de zin?
Het leukste vak is.....
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Met of zonder hoofdletters in de zin?
Aardrijkskunde wordt gegeven door...
A
mevrouw Van Dijk
B
Mevrouw van Dijk

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet NIET met een hoofdletter?
A
Coca Cola
B
Nijmegen
C
Zondag
D
Toyota

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletter of niet?
A
btw
B
BTW

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

'Sara zei:' Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Thomas zei 'Daar heb ik geen zin in.'
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

De dubbele punt mist. 
'Ik vind het niet leuk!', riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Weektaak spelling: zelf aan de slag
Hoofdstuk 5 - Spelling
- Lees de theorie op blz. 154-155
- Maken opdracht 1 & 2




stopwatch
00:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions