4.2 Regionale verschillen

4.2 Regionale verschillen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Regionale verschillen

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Uitleg 4.2 Regionale verschillen 
  • Examenopdrachten oefenen

  • Werken aan de opdrachten


Slide 2 - Slide

Populaire steden
Redenen groei:
Redenen groei:
  • veel werkgelegenheid
  • studie
  • voorzieningen
Voordelen groeiregio
Voordelen groeiregio:
  • Gemeenten: Belastinginkomsten
  • Bedrijven: goed opgeleide werknemers
  • Voorzieningen: bezoekers en klanten
Nadelen groeiregio's
Nadelen groeiregio's:
  • tekort aan woningen
  • drukte
  • wachtlijst voor voorzieningen
Oplossing
Oplossingen:
  • nieuwe kantoren en woonwijken buitenrand stad.
  • herinrichten gebieden die niet meer gebruikt worden.

Slide 3 - Slide

Krimp
Oorzaak krimp:
  • vertrek jongeren (studeren, werk, voorzieningen)
Gevolg:
  • toename vergrijzing
  • voorzieningen verdwijnen
Krimpgebieden

Slide 4 - Slide

Reikwijdte: De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken.

Slide 5 - Slide

Verzorgingsgebied
Verzorgingsgebied: Het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.

Slide 6 - Slide

Drempelwaarde
Drempelwaarde: Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.

Slide 7 - Slide

Voorzieningen sluiten
Voorzieningen sluiten:
  • Drempelwaarde wordt niet meer gehaald (minder inwoners dorp).
  • Reikwijdte is toegenomen (klanten kopen niet meer in eigen dorp).

Slide 8 - Slide

Herinrichten in krimpgebieden
Herinrichten krimpgebieden:
  • minder woningen, werkplekken en voorzieningen
  • Andere soorten woningen en voorzieningen.
  • Bij elkaar plaatsen van voorzieningen.
Voordeel: meer ruimte

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

sleep de begrippen naar de juist plek in de kaart
Krimpgebied
groeigebied

Slide 12 - Drag question

Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk met veel oude mensen

Slide 13 - Quiz

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 14 - Quiz

Wat is de drempelwaarde?
A
Aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte
B
Minimum bedrag dat je moet uitgeven in een winkel
C
Minimum aantal mensen die nodig zijn voor een voorziening
D
De hoogte van een drempel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Link

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Nu examenvragen oefenen 
We gaan naar eindexamen.nl 
Je maakt hier de opdrachten 33 + 34 

Slide 21 - Slide