34.4.5: zwei woordjes + herhalen GEnus+ PossesivPronomen

STARTOPDRACHT Überzetze (=vertaal)

1. kunnen
2. willen
3. mogen
4. moeten
5. weten
6. leuk/lekker vinden
7. graag willen


Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

STARTOPDRACHT Überzetze (=vertaal)

1. kunnen
2. willen
3. mogen
4. moeten
5. weten
6. leuk/lekker vinden
7. graag willen


Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

1. kunnen = können
2. willen = wollen
3. mogen = dürfen
4. moeten = müssen
5. weten = wissen
6. leuk/lekker vinden = mögen
7. graag willen = möchten
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Woche: dreizehn
Aan het einde van dit lesuur:
1. ken je de woorden van Lektion fünf
2. herhalen we het geslacht van het zelfstandige naamwoord
3. herhalen we de bezittelijke voornaamwoorden
4. oefen je de woorden van Kapitel vier

Slide 3 - Slide

1. ken je de woorden van Lektion fünf
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: schrijf de woorden van Lektion fünf in je schrift
: Schüler selbständig

: in je schrift

: vier Minuten

: woorden zijn de bouwstenen van taal
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Aufgabe zwei, Seite dreiunddreißig

: Schüler selbständig

: im Buch

: vier Minuten

: woorden zijn de bouwstenen van taal
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
4:00

Slide 6 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 7 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 8 - Slide

2. herhalen we het geslacht van het zelfstandige naamwoord
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 9 - Slide

...Mann

Slide 10 - Open question

...Frau

Slide 11 - Open question

...Buch

Slide 12 - Open question

...Lehrer

Slide 13 - Open question

...Lehrerin

Slide 14 - Open question

...Sommer

Slide 15 - Open question

...Mädchen

Slide 16 - Open question

...Seite

Slide 17 - Open question

...Wahrheit

Slide 18 - Open question

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
M
der/ein
-er
V
die/eine
-e
-in
-t
-ung
O
das/ein
het woorden

MV
die/
keine


Slide 19 - Slide

3. herhalen we de bezittelijke voornaamwoorden
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 20 - Slide

mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
der/das
die/die
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 21 - Slide

(mijn).....Freund

Slide 22 - Open question

(jouw).....Freundin

Slide 23 - Open question

(zijn).....Nichte

Slide 24 - Open question

(haar).....Bruder

Slide 25 - Open question

(onze).....Freiheit

Slide 26 - Open question

(jullie).....Haus

Slide 27 - Open question

(hun).....Essen

Slide 28 - Open question

(uw).....Liebe

Slide 29 - Open question

mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr
meine
deine
seine
ihre
unsere
eure
ihre
Ihre
POSSESIVPRONOMEN (=bezittelijk voornaamwoord) 
der/das
die/die
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 30 - Slide

4. oefen je de woorden van Kapitel vier
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 31 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 32 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 33 - Slide

Deze les leerde je:


Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 34 - Slide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
Machen: 
4.3: Aufgabe drei
4.3 Aufgabe fünf
4.3 Aufgabe acht
4.3 Aufgabe zehn


Slide 35 - Slide