Les 13 1-11 Verslag schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3,4

Verslag schrijven

Planning

• Lezen
• Startopdracht
• Filmpje
• Uitleg
• Aan de slag (huiswerk)

Lezen

Startopdracht blz. 104. Bekijk de afbeeldingen.
De mensen in dit land leven anders en zien er anders uit dan wij. Wat is er zo anders. Noteer 3 dingen.

Startopdracht blz. 104:
Je stuurt deze kaart aan je familie, waarin je schrijft over de bijzondere reis die je maakt en wat hier zo anders is dan thuis. Gebruik niet meer dan 50 woorden.

Doel

• Ik kan een kort persoonlijk verslag schrijven aan de hand van de 5w+h-vragen
• Ik weet wat een tekstopbouw is
• Ik kan een goede inleiding schrijven

Waarover schrijf je een verslag?

Een verslag gaat over een gebeurtenis die je hebt meegemaakt. Het kan bijvoorbeeld gaan over een concert, wedstrijd of stagedag. Belangrijk is dat het in de verleden tijd staat, chronologisch is, veel feiten bevat en dat je er ook je eigen mening in verwerkt. Schrijf ook een duidelijke inleiding, kern en slot en let dus ook op een goede alinea-indeling. De toon moet passen bij het publiek.

Zo schrijf je een verslag

- bedenk wat je gaat schrijven: geef antwoord op de 5w+h-vragen

- zet alle informatie in een juiste volgorde (chronologische volgorde)

- maak gebruik van signaalwoorden zoals eerst, daarna,toen, daarna, ten slotte 

- verdeel de informatie in alinea's (inleiding, kern, slot)

- besteed in een persoonlijk verslag aandacht aan wat je zelf van de gebeurtenis vond

- Noteer, indien van toepassing, het materiaal dat je gebruikt hebt

Lesopdracht

Je gaat een verslag schrijven over een activiteit die je in de vakantie hebt gedaan.