This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Telefoon thuis of in de kluis
Slide 1 - Slide
Workshop zwangerschap
Slide 2 - Slide
Afspraken tijdens de workshop
Wanneer de docent praat ben je stil.
Na het invullen van een opdracht/ vraag gaan we weer klassikaal verder.
Je maakt aantekeningen van de workshop in een schrift.
Slide 3 - Slide
Klassenafspraken
We lachen elkaar niet uit en maken geen opmerkingen over elkaar.
We gaan respectvol met elkaar om.
Zowel de docenten als de leerlingen houden rekening met elkaars grenzen.
We respecteren elkaars mening.
We roepen niet zomaar opmerkingen door het lokaal. Wanneer je iets wilt vragen steek je je vinger op.
Slide 4 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van de workshop..:
1. Kun je uitleggen hoe een baby zich in negen maanden tijd ontwikkeld en wanneer welke belangrijke veranderingen plaatsvinden. Je kunt ook goed onderbouwen waarom deze veranderingen juist dan plaatsvinden.
2. Kun je uitleggen welke veranderingen er in de moeder plaatsvinden tijdens de zwangerschap, ook kun je uitleggen waarom deze veranderingen plaatsvinden.
Slide 5 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van de workshop..:
3. Kun je de verschillende fasen van de bevalling opnoemen.
4. Kun je de testen en onderzoeken die moeder en kind ondergaan tijdens en na de zwangerschap benoemen en uitleggen waarom deze onderzoeken gedaan worden.
5. Weet je welke veranderingen de baby moet ondergaan om van een warme baarmoeder naar een koude buitenwereld te gaan.
Slide 6 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van de workshop..:
6. Weet je hoe meerlingen (bijv. tweelingen) kunnen ontstaan en weet je wanneer deze een-eiig, of twee-eiig zijn.
Slide 7 - Slide
Inhoud van de workshop
Bevruchting en innesteling
Ontwikkeling placenta en navelstreng
Bloedvaten van en naar de placenta
Welke organen werken er voor de geboorte nog niet?
Verschillende fasen van de geboorte
Tweelingen
Testen en onderzoeken tijdens de zwangerschap
Slide 8 - Slide
Wat is de "ovulatie ook al weer"?
Slide 9 - Open question
Bevruchting en innesteling
Bevruchting: na de ovulatie/ eisprong
Bevruchte eicel reist in 7 dagen
naar de baarmoeder >>
ondertussen Klievingsdelingen
Bevruchte eicel gaat zich
innestelen in het baarmoederslijmvlies
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Ovulatie
Bevruchting
klievingsdeling
Innesteling
Slide 13 - Drag question
Tot week 8 spreken we van een embryo.
Vanaf week 9 noemen we het een foetus.
Na de geboorte noemen we het pas een baby.
Slide 14 - Slide
De placenta
Na een paar weken groeit de placenta
Hiermee kunnen voedingsstoffen van
de moeder naar het embryo via de
navelstreng
Bloedvaten embryo/foetus stromen door
de placenta, langs het bloed van
de moeder -> geen bloedcontact
Slide 15 - Slide
Placenta en navelstreng
Het embryo is door de navelstreng
verbonden met de placenta.
Vruchtwater dient als 'stootkussen'
In de placenta:
Zuurstof en voedingsstofen van moeder naar het embryo
Afvalstoffen van het embryo naar de moeder
Slide 16 - Slide
De navelstreng
Navelstrengslagaders (2): Hierin stroomt bloed van het embryo naar de placenta.
Navelstrengader (1): Hierin stroomt bloed van de placenta naar het embryo.
Slide 17 - Slide
Welke (slag)ader vervoert wat in de navelstreng?
1
2
A gaat richting placenta
B is richting embryo/foetus
zuurstof
voedingsstoffen
afvalstoffen
Slide 18 - Drag question
Welke organen werken er voor de geboorte nog niet?
Longen
Maag-darmkanaal
Lever
Nieren
Al deze organen krijgen bloed met voedingsstoffen om te groeien, ze werken alleen nog niet (optimaal).
Slide 19 - Slide
Telefoon thuis of in de kluis
Slide 20 - Slide
Afspraken tijdens de workshop
Wanneer de docent praat ben je stil.
Na het invullen van een opdracht/ vraag gaan we weer klassikaal verder.
Je maakt aantekeningen van de workshop in een schrift.
Slide 21 - Slide
Klassenafspraken
We lachen elkaar niet uit en maken geen opmerkingen over elkaar.
We gaan respectvol met elkaar om.
Zowel de docenten als de leerlingen houden rekening met elkaars grenzen.
We respecteren elkaars mening.
We roepen niet zomaar opmerkingen door het lokaal. Wanneer je iets wilt vragen steek je je vinger op.
Slide 22 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van de workshop..:
3. Kun je de verschillende fasen van de bevalling opnoemen.
4. Kun je de testen en onderzoeken die moeder en kind ondergaan tijdens en na de zwangerschap benoemen en uitleggen waarom deze onderzoeken gedaan worden.
5. Weet je welke veranderingen de baby moet ondergaan om van een warme baarmoeder naar een koude buitenwereld te gaan.
Slide 23 - Slide
Leerdoelen:
Aan het einde van de workshop..:
6. Weet je hoe meerlingen (bijv. tweelingen) kunnen ontstaan en weet je wanneer deze een-eiig, of twee-eiig zijn.
Slide 24 - Slide
De bevalling
De bevalling ontstaat grofweg uit drie 'hoofdfasen':
1. Onsluiting: begint met weeën, dit is het samentrekken van spieren in de baarmoederwand. De baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder. --> De vruchtvliezen breken.
2. Uitdrijving: de vrouw werkt mee door persweeën. Het hoofdje van de baby komt als eerste naar buiten.
3. Nageboorte: is placenta + resten van navelstreng + vruchtvliezen.
Slide 25 - Slide
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Stuitligging en dwarsligging
Stuitligging: voetje of kontje komt eerst naar buiten.
Dwarsligging: baby ligt dwars in de baarmoeder met de rug richting de vagina.
Slide 28 - Slide
Tweelingen
Een-eiige tweeling -> 1 eicel & 1 zaadcel.
- 1 eicel in bevrucht
Later in ontwikkeling scheidt het klompje cellen
zich tijdens de klievingsdelingen in tweeën.
Tweeeiige tweeling -> 2 eicellen & 2 zaadcellen
- 2 eicellen zijn bevrucht
2 verschillende eicellen zijn gerijpt en
vrijgekomen bij de ovulatie.
Slide 29 - Slide
Testen en onderzoeken tijdens de zwangerschap
Zwangerschapstest: hiermee test je of je zwanger bent.
NIPT: dit is een bloedtest. Je kan ermee laten onderzoeken of het ongeboren kind het down-, edwards- of patausyndroom heefd.
13 weken echo: medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij het ongeboren kind (geslacht kan nog niet bepaald worden!).
20 weken echo: onderzoek naar lichamelijke afwijkingen (open rug, open schedel, waterhoofd, hartafwijkingen, afwijkingen van de botten enzovoort). het geslacht is vaak al te bepalen.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Wat is "innestelen"
Slide 32 - Open question
Wat waren de drie 'hoofdfasen' van de bevalling
Slide 33 - Open question
Stelling: 'In de navelstrengslagaders stroomt het bloed met van het embryo naar de placenta'
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
eisprong
eicelrijping
innesteling
klievingsdeling
bevruchting
Slide 35 - Drag question
Hebben we de leerdoelen behaald:
Aan het einde van de workshop..:
1. Kun je uitleggen hoe een baby zich in negen maanden tijd ontwikkeld en wanneer welke belangrijke veranderingen plaatsvinden. Je kunt ook goed onderbouwen waarom deze veranderingen juist dan plaatsvinden.
2. Kun je uitleggen welke veranderingen er in de moeder plaatsvinden tijdens de zwangerschap, ook kun je uitleggen waarom deze veranderingen plaatsvinden.
Slide 36 - Slide
Hebben we de leerdoelen behaald:
Aan het einde van de workshop..:
3. Kun je de verschillende fasen van de bevalling opnoemen.
4. Kun je de testen en onderzoeken die moeder en kind ondergaan tijdens en na de zwangerschap benoemen en uitleggen waarom deze onderzoeken gedaan worden.
5. Weet je welke veranderingen de baby moet ondergaan om van een warme natte baarmoeder naar een koude, droge buitenwereld te gaan.
Slide 37 - Slide
Hebben we de leerdoelen behaald:
Aan het einde van de workshop..:
6. Weet je hoe meerlingen (bijv. tweelingen) kunnen ontstaan en weet je wanneer deze een-eiig, of twee-eiig zijn.
Slide 38 - Slide
Hoeveel van de leerdoelen denk je nu al te beheersen?
Slide 39 - Poll
Aan de slag!
Werkblad 6: de tijdlijn.
Lees éérst de opdracht helemaal door, vóórdat je begint.