Regarder: Prends ton livre à la page 10. Fais les exercices 1 et 2.
Grammaire I: De persoonlijke voornaamwoorden met nadruk.
Prends ton livre à la page 14.
Lees de uitleg en beantwoord deze vragen:
-Wanneer gebruik je een P.V met nadruk?
-Fais l'exercice B page 15.