Je begint met yes/no.
Vervolgens herhaal je het onderwerp en het werkwoord uit de vraag en gebruik je deze in jouw antwoord.
Would you like to go to the cinema?> Yes, I would> No, I wouldn't. > voeg not toe aan het werkwoord!
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Je gebruikt een vorm van to be (am / are / is) + going to + hele werkwoord om aan te geven wat iemand van plan is, of wat zeker wel gebeuren zal.