Senaat: Senatorengeven advies aan de consuls. Meeste macht in het bestuur.
Volkstribunen: beschermers van het volk. Met vetorecht alle beslissingen van de Senaat en consuls tegenhouden.
Stemmen in volksvergadering van de rijkentelden meer dan van de gewone burgers.
Slide 3 - Slide
In de 1e eeuw v. Chr. waren de legercommandanten machtiger geworden dan de senaat. Senaat en consuls wilden niet meewerken om hun zo meer macht te geven.
Gevolg: ze probeerden wetten via de volksvergaderingen in te voeren, zoals over gratis graan en verdeling van grond. De volkstribunen moesten die indienen, zo kreeg het volk meer macht.
Slide 4 - Slide
Feiten kun je controleren door bronnen uit de tijd, die gebeurtenissen hebben echt plaatsgevonden. Welke van de volgende is een feit?
A
Julius Caesar was een aardige man.
B
Julius Caesar's moord was een laffe daad.
C
Julius Caesar was een wrede tiran.
D
Julius Caesar was een dictator.
Slide 5 - Quiz
Meningen zijn niet te controleren, zegt meer iets over wat iemand vindt van iets of iemand. Welke van de volgende is een mening?
A
Julius Caesar werd vermoord door senatoren.
B
Julius Caesar werd vermoord door laffe mensen zoals Brutus.
C
Julius Caesar veroverde Gallië en grote delen van Noordwest Europa.
D
Julius Caesar had de leiding over meerdere legioenen.
Slide 6 - Quiz
De Romeinen wilden geen koning meer. Wat is niet juist?
A
Macht mocht nooit meer bij 1 persoon liggen.
B
Macht mocht niet meer erfelijk door worden gegeven.
C
Ze wilden geen arrogante persoon meer aan de macht.
D
Romeinen vonden een monarchie vreselijk.
Slide 7 - Quiz
Hoe zit het bestuur tijdens de Republiek in elkaar?
2 consuls
Senaat met 300 leden
10 Volkstribunen
alle mannen met burgerrecht in de volksvergadering
vetorecht
legeraanvoerder
Hoogste bestuurder
Geven advies
stemmen
Slide 8 - Drag question
Burgeroorlogen 1e eeuw v. Chr.
Burgeroorlog: oorlog binnen een land/rijk tussen burgers onderling.
Generaals met elkaar in oorlog om de macht=> Julius Caesar won in 45. v. chr en riep zichzelf uit tot dictator voor het leven. Hij ging nu alleen Rome besturen. => werd in 44 . v. chr vermoord door Senatoren.
Senatoren wilden de Republiek terug.
Slide 9 - Slide
Keizertijd 30 v. Chr.-476 na Chr. Romeinse Rijk werd weer een monarchie.
Na moord op Caesar burgeroorlogen tussen aanhangers van Caesar en de moordenaars van hem. Later tussen Octavianus en Marcus Antonius onderling.
Octavianus wint 31. v. Chr. => Gevolg:
Hij zegt tegen de Senaat dat hij de Republiek hersteld heeft en dat de Senaat weer de macht heeft. Krijgt van de Senaat de titel Augustus= verhevene=> 1e keizer Romeinse rijk Caesar Augustus.
Slide 10 - Slide
Augustus krijgt alle macht van de Senaat:
opperbevelhebber leger
consul onbepaalde tijd
hoogste priester
beheerder schatkist
volkstribuun met vetorecht
Krijgt als privé bezit Egypte zodat hij altijd graan kan uitdelen.
Rome weer een monarchie.
Augustus alle macht=>zorgt voor rust, welvaart en vrede in Romeinse Rijk (Pax Romana: Romeinse vrede)
Slide 11 - Slide
De generaals probeerden in de 1e eeuw v. Chr. meer macht te krijgen dan de Senaat. Zo probeerden dit regelen door het volk te gebruiken, via de volkstribunen die in de volksvergadering wetten indienden voor gratis graan en verdeling van grond.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Julius Caesar versloeg de andere generaals en riep zichzelf uit tot dictator voor het leven. Het gevolg was dat hij door senatoren werd beloond.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Na de moord op Caesar kwam er weer burgeroorlogen eerst tussen de aanhangers van Caesar en zijn tegenstanders. Later weer tussen welke generaals?
A
Marcus Antonius tegen Octavianus
B
Marcus Antonius tegen Cassius, Brutus
C
Octavianus tegen Cassius en Brutus
D
Marcus Antonius en Octavianus tegen Cassius en Brutus
Slide 14 - Quiz
Octavianus pakte het slimmer aan dan zijn stiefvader Julius Caesar omdat hij tegen de Senaat zei dat hij de Republiek hersteld had en dat de Senaat weer de macht had. Julius Caesar had zichzelf tot dictator uitgeroepen en werd daarom door senatoren vermoord
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Wie was de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Octavianus
C
Marcus Antonius
D
Cleopatra
Slide 16 - Quiz
Welke van de volgende taken werd geen taak voor keizer Augustus?
A
opperbevelhebber leger
B
beheerder van de schatkist
C
volkstribuun
D
senator zijn
Slide 17 - Quiz
Bestuur keizertijd
Senaat, consul, volkstribuun bleven bestaan naast de keizer, maar die had alle macht in handen in de praktijk.
Niemand wilde terug naar de Republiek met burgeroorlogen, hongersnood, politieke ruzies.
Keizer benoemde gouverneurs voor bestuur provincies, bestuurders in rechtspraak en financiën, generaals.
Apart keizerlijk bestuur naast Senaat.
Keizer werd vereerd als God.
Slide 18 - Slide
Keizers probeerden de macht te houden door:
volk tevreden te houden door 'brood en spelen'=> voedsel uitdelen en vermaak houden zoals theaters en gladiatorengevechten.
leger tevreden door ze meer salaris en buit geven.
senaat tevreden houden door ze om advies te vragen.
Slide 19 - Slide
A: Leg uit waarom Octavianus in zijn strijd om de macht met de Senaat het beter aan pakte dan zijn stiefvader Julius Caesar. B: Noem 2 taken van keizer Augustus. C: Wie was de 1e keizer van het Romeinse Rijk?
Slide 20 - Open question
leerdoel: Hoe werd het Romeinse Rijke van een monarchie een Republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie? Gebruik de woorden: koning, republiek, senaat, consuls, volkstribunen, volksvergadering, burgeroorlogen, Julius Caesar, Octavianus, Augustus, keizer.