Herhaling H7 4v

Herhaling H7
Blz. 189 - 215
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H7
Blz. 189 - 215

Slide 1 - Slide

Na deze les
  • Kun je weer uitleggen wat het machtsdilemma inhoudt
  • Kun je weer uitleggen hoe het zit met de wetgevende en uitvoerende    macht op nationaal niveau
  • Kun je weer uitleggen hoe politieke partijen kijken naar het    machtsdilemma
  • Kun je weer uitleggen waarom Nederland een parlementaire democratie   is en hoe dat verschilt van andere typen democratieën

Slide 2 - Slide

Opdracht casus h7

  1. Leg de kop van het artikel uit.
  2. Wat is een dichtgetimmerd regeerakkoord?
  3. Wat is het probleem van een dichtgetimmerd regeerakkoord?
  4. Waarom moet de regering vertrouwen genieten van een meerderheid van de kamer?9

Slide 3 - Slide

Paragraaf 7.1: machtsdilemma
Hoofdvraag: In hoeverre laat je als overheid de burgers meebeslissen?
Hierbij kan de overheid de keuze maken voor één van onderstaande waarden:



Als je deze begrippen niet meer kent, kijk dan nog even op pagina 189 in je boek. In de volgende dia's krijg je hier vragen over.
Inspraak
Kiesrecht
Daadkracht

Slide 4 - Slide

Het kabinet heeft tijdens de Coronacrisis veel beslissingen genomen die niet eerst langs de Tweede Kamer hoefden. Waar hoort dit bij?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Hoort bij een ander dilemma

Slide 5 - Quiz

Mark Rutte is de laatste tijd veel op tv geweest tijdens persconferenties. Hij is niet rechtstreeks verkozen door het volk, maar via verkiezingen premier geworden. Waar past dit bij?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Hoort bij een ander dilemma

Slide 6 - Quiz

De PVV en FvD riepen aan het begin van de Coronacrisis om een complete lockdown. Waar hoort dit bij?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Hoort bij een ander dilemma

Slide 7 - Quiz

In welk grondrecht zie je de waarde kiesrecht duidelijk terugkomen? (Zie ook blz. 191)
A
Artikel 4
B
Artikel 8
C
Artikel 9
D
Geen van deze artikelen

Slide 8 - Quiz

In welk grondrecht zie je de waarde inspraak duidelijk terugkomen? (Zie ook blz. 191)
A
Artikel 4
B
Artikel 8
C
Artikel 9
D
Geen van deze artikelen

Slide 9 - Quiz

Paragraaf 7.2: actoren met macht
Er zijn 6 actoren met macht te onderscheiden (De eerste vragen gaan over de Trias Politica):
1) Wetgevende macht 
2) Uitvoerende macht
3) Rechterlijke macht
Kijk de tekst over de eerste twee machten nog eens door (blz. 194 - 197). Hierna volgen drie vragen hierover:

Slide 10 - Slide

Parlement (Eerste macht)
Kabinet (Tweede macht)
Rechters (Derde macht)
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 11 - Drag question

Waarom is het belangrijk in een democratie dat de machten gescheiden zijn?

Slide 12 - Open question

Koppel de begrippen aan de juist uitleg
Een samenwerkingsverband van twee of meerdere partijen
Afspraken tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode
De koning en ministers
De ministers en staatsecretarissen
Partijen die niet in de coalitie zitten
Kabinet
Oppositie
Coalitie
Regeerakkoord
Regering

Slide 13 - Drag question

Wat is een taak van de Tweede Kamer?
A
De Eerste Kamer controleren
B
De regering controleren
C
de Tweede Kamer controleren
D
ze doen alles in de politiek

Slide 14 - Quiz

In welke rij staan de politieke machten in de juiste volgorde?

(wetgevende macht – uitvoerende macht – rechterlijke macht – vierde macht)

A
Kabinet – parlement – rechters - massamedia.
B
Staten-Generaal – regering – rechters – ambtenaren
C
Parlement – parlement en regering – massamedia – ambtenaren.
D
Regering – parlement – rechters – ambtenaren

Slide 15 - Quiz


Wat zijn twee voor de democratie belangrijke functies van de media?
A
Informatieve functie en corrigerende functie.
B
Informatieve functie en controlerende functie.
C
Onderzoekende functie en herstellende functie.
D
Onderzoekende functie en regelende functie.

Slide 16 - Quiz

De media signaleren problemen die vervolgens op de politieke agenda komen. We noemen dit de spreekbuisfunctie van de media
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Paragraaf 7.3: Politieke partijen
Hoewel alle politieke partijen kiezen voor kiesrecht, zijn er politieke partijen die iets meer naar links of rechts neigen. 
Een referendum is een manier om het volk meer inspraak te geven. 

Bekijk paragraaf 3 (blz. 207 - 208) en beantwoord de vragen op de volgende dia's

Slide 18 - Slide

Wat houdt een referendum in?

Slide 19 - Open question

Voor welke waarde kiest de D66 in het machtsdilemma?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Geen duidelijke keuze

Slide 20 - Quiz

Voor welke waarde kiest de SGP in het machtsdilemma?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Geen duidelijke keuze

Slide 21 - Quiz

Voor welke waarde kiest de VVD in het machtsdilemma?
A
Inspraak
B
Kiesrecht
C
Daadkracht
D
Geen duidelijke keuze

Slide 22 - Quiz

Paragraaf 7.4: internationale vergelijking
Nederland is een parlementaire democratie. Hoewel er veel andere parlementaire democratieen zijn, kunnen landen ook een andere keuze maken in het machtsdilemma.

Zie de tabel op blz. 211 voor de andere opties.
Bekijk blz. 211 - 212 en beantwoordt de vragen op de volgende dia's

Slide 23 - Slide

Extreem-links
Links
Midden
Rechts
Extreem-rechts
Zet de begrippen op de juiste plaats op de links-rechts verdeling.
Inspraak
Daadkracht
Dictatuur
Basisdemocratie

Slide 24 - Drag question

Sleep onderstaande afbeeldingen naar het juiste type democratie
Basis-
democratie
Directe 
democratie
Parlementaire
democratie
Presidentiële
democratie
Eénpartij-
staat

Slide 25 - Drag question

Na deze les
  • Kun je weer uitleggen wat het machtsdilemma inhoudt
  • Kun je weer uitleggen hoe het zit met de wetgevende en uitvoerende    macht op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau
  • Kun je weer uitleggen hoe politieke partijen kijken naar het    machtsdilemma
  • Kun je weer uitleggen waarom Nederland een parlementaire democratie   is en hoe dat verschilt van andere typen democratieën

Slide 26 - Slide

Klaar voor de toets?!
- Met welke paragraaf heb jij nog moeite? Oefen met het maken van opdrachten in je boek (bekijk eventueel de planner) en kijk zelf je antwoorden na (antwoorden van hoofdstuk 6 en 7 staan op ITS)
- Vragen? Mailen! 

Slide 27 - Slide

Heb je naar aanleiding van deze les nog vragen aan je docent? Stel ze hieronder!

Slide 28 - Open question