WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 3

Thema 6 Verliefd zijn
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 6 Verliefd zijn

Slide 1 - Slide

Verliefd zijn

Slide 2 - Slide

het gevoel
  • iets wat je voelt 
  • het gevoel - de gevoelens
  • zin: Ik heb een raar gevoel in mijn buik.
  • zin: Ik heb warme gevoelens voor hem.

Slide 3 - Slide

hard
  • heel erg 
  • zin: Ik schop hard tegen de bal.
  • zin: Hij viel hard op de grond.
  • zin: De tafel is hard.

Slide 4 - Slide

hopen
  • wensen dat iets gebeurt 
  • heel erg graag willen
  • werkwoord
  • ik hoop - wij hopen
  • zin: Ik hoop dat we weer naar school mogen.

Slide 5 - Slide

het idee
  • een plan
  • een gedachte 
  • het idee - de ideeën
  • zin: Ik heb een goed idee.
  • zin: Mijn idee hier over was niet goed.

Slide 6 - Slide

de jongen
  • niet volwassen man
  • jonger dan 18
  • de jongen - de jongens
  • zin: Ik speel graag buiten met de jongens.
  • zin: De jongen is grappig.

Slide 7 - Slide

Hij ............... dat het goed gaat.
3
A
hard
B
hopen
C
hopt
D
hoopt

Slide 8 - Quiz

3
timer
1:30
Welke gevoelens heb jij nu?

Slide 9 - Mind map

Maak een goede zin:
Wat vind jij een goed idee?
3
timer
1:30

Slide 10 - Open question

Wat is goed?
3
A
de jongen en het meisje
B
de jongen en de meisje
C
het jongen en het meisje
D
het jongen en de meisje

Slide 11 - Quiz

Wat klopt?
7
A
Ik versiert een jongen.
B
Een jongen versiert haar.
C
Zij versier de jongen.
D
Het jongen versiert haar.

Slide 12 - Quiz