1. Planten nemen CO2 op uit de lucht voor fotosynthese.
2. De planten maakt met de CO2 energie rijke stoffen (Glucose, koolhydraten, eiwitten, vetten).
3. De planten doet aan verbranding waardoor er CO2 in de lucht komt.
(3.5 De planten gaan dood en reducenten nemen de stoffen op.)
4. De planteneter eet de plant en daardoor de koolstof in de energierijke stoffen.
5. De planteneter doet aan verbranding waardoor er CO2 in de lucht komt.
(5.5 de vleeseter herhaalt punt 4 en 5)
6. Organisme gaat dood en reducenten nemen de stoffen op.
7. De reducenten doen aan verbranding waardoor CO2 in de lucht komt.
De verschillende stoffen waarin koolstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat, noem je de koolstofkringloop.