Nieuwsbegrip 2-3-2021

1. In regel 7 staat: Zijn kleur is oker en soms rood. Wat voor kleur is oker?
A
een blauw-groene kleur
B
een geel-bruine kleur
C
een grijs-zwarte kleur
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. In regel 7 staat: Zijn kleur is oker en soms rood. Wat voor kleur is oker?
A
een blauw-groene kleur
B
een geel-bruine kleur
C
een grijs-zwarte kleur

Slide 1 - Quiz

2. In regel 9 staat: Het kan er bovendien stevig stormen. Wat betekent bovendien?
A
boven in de lucht
B
misschien
C
ook nog

Slide 2 - Quiz

3. In regel 9-10 staat: Mars is ook kurkdroog. Hoe droog is "kurkdroog"?

Slide 3 - Open question

Maak een zin met het woord "kurkdroog".

Slide 4 - Open question

4. In regel 14 staat: Dat was bekend bij de drie landen. Wat betekent het als iets bij iemand bekend is?
A
dan is iemand heel populair
B
dan heeft iemand het nodig
C
dan weet iemand het

Slide 5 - Quiz

5. In regel 18-19 staat: In mei stuurt hij een robotautootje naar het oppervlak van Mars. Wat betekent het oppervlak?
A
de buitenkant of de bovenkant
B
de planeet of de dwergplaneet
C
de robot of het ruimtevaartuig

Slide 6 - Quiz

6. In regel 27 staat: Voor zo’n missie bedenken ze techniek die eerst nog niet bestaat.
Wat betekent de missie?

A
de leuke reis of vakantie
B
de makkelijke vraag of opdracht
C
de speciale taak of opdracht

Slide 7 - Quiz

7. In regel 28 staat: Als je ziet dat het lukt, ga je uit je dak. Wat betekent uit je dak gaan?
A
heel erg bang en zenuwachtig zijn
B
heel erg blij en enthousiast zijn
C
heel erg boos en verdrietig zijn

Slide 8 - Quiz

8. In regel 30 staat: Meteen na de landing stuurde Percy haarscherpe beelden naar de aarde. Wat betekent haarscherp?
A
heel erg duidelijk
B
heel erg kostbaar
C
heel erg onduidelijk

Slide 9 - Quiz

9. In regel 33 staat: Percy gaat een diepe krater onderzoeken. Wat betekent de krater?
A
het gladde stuk op de grond
B
het grote gat in de grond
C
de hoogste berg die er is

Slide 10 - Quiz