Wie steun heeft, krijgt macht.

Wie steun heeft, krijgt macht.
Paragraaf 5.2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wie steun heeft, krijgt macht.
Paragraaf 5.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Verhaal Romulus en Remus

Slide 3 - Slide

Rome wordt een Republiek

Slide 4 - Slide

De senaat aan de macht
Senaat: 600 rijke mannen. Adviserende rol voor de consuls.
Alleen mensen met veel geld of aanzien hebben recht op een zetel in  de senaat.
Aristocratie



Slide 5 - Slide

2 Consuls
2 Consuls. Elkaar controleren en beslissingen nemen.
Aanvoeren van het leger.
De consuls waren vaak ook legeraanvoerders.
Positie van 1 jaar. 

Slide 6 - Slide

De volksvergadering
Mensen met burgerrechten mochten deelnemen in de volksvergadering.
Maakt dit daarom een democratie?

Slide 7 - Slide

Imperium Romanum
Grote operatie om het Romeinse rijk zo groot mogelijk te maken.
Bondgenootschappen sluiten met overwonnen gebieden.
Aanzet tot succes: wegen. Waarom?

groot gevaar: Legeraanvoerders kregen veel aanzien en wilden allemaal wel consul worden.
Grote gevechten tussen Romeinse legeraanvoerders...

bondgenoten waren van cruciaal belang....

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Punnische oorlog
Carthago, Generaal Hannibal

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Paragraaf 5.2

Slide 11 - Slide