D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln

D2BTh4 
 B2: Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

D2BTh4 
 B2: Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Wat weet jij van de bloedsomloop

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Ziek of afwezig of herhaling uitleg?
Kijk 
het uitleg-filmpje 
(2,5 minuten)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Je bloedsomloop
Belangrijke functies van het bloed: 

1. Bloed vervoert voedingsstoffen en
     zuurstof naar de cellen. 

In alle cellen vindt verbranding plaats. 

Na de verbranding:
2. Het bloed vervoert koolstofdioxide en 
    afvalstoffen van de cellen weg. 

De weg die het bloed in het lichaam aflegt noem je de bloedsomloop.

Slide 6 - Slide

Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. 
De kleinste haarvaten zijn hier nog nieteens zichtbaar.

Slide 7 - Slide

Rechterkant van het hart
De punt van het hart 'wijst ALTIJD 
naar de linkerkant van het hart'!
Linkerkant van het hart

Slide 8 - Slide

Kleine bloedsomloop:  Hart - Longen - Hart

Slide 9 - Slide

Grote bloedsomloop: 
 
Hart - hele lichaam (alle cellen) - Hart

Slide 10 - Slide

Bloedvat (blauwe kleur): zuurstofarm
     Bloedvat (rode kleur): zuurstofrijk   
     Het hart bestaat uit 2 delen: Links is zuurstofrijk    
     Het hart bestaat uit 2 delen: Rechts is zuurstofarm    

Slide 11 - Slide

De mens heeft een dubbele bloedsomloop.
Per omloop stroomt het bloed 2 x door het hart.

Slide 12 - Slide

Grote bloedsomloop

1. Vanuit de linkerhelft van je hart wordt het zuurstofrijke 
    (koolstofdioxide-arme) bloed naar de cellen van het hele
    lichaam (D) gepompt


2. Zuurstof wordt door alle cellen gebruikt.
    Vanuit de haarvaten wordt het zuurstof opgenomen (E).
    Bij de verbranding komt koolstofdioxide vrij, dat wordt op
    genomen in het bloed.

3. Het zuurstofarme bloed stroomt terug naar het hart, 
    naar de rechterkant van je hart (F).
    
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Slide 13 - Slide

Grote bloedsomloop
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 
1. Vanuit de linkerhelft van je hart wordt  zuurstofrijk 
    bloed naar al je cellen van  je lichaam gepompt. 


2. Die cellen gebruiken de zuurstof voor verbranding.
    Hierbij komen koolstofdioxide en afvalstoffen vrij. 
    Deze worden afgegeven aan het bloed.

3. Vanaf al die cellen, alle organen, stroomt het 
    zuurstof- arme (koolstofdioxide-rijke) bloed terug 
    naar de RECHTERKANT van het hart.

Slide 14 - Slide

Rechterlong
De punt van het hart 'wijst ALTIJD 
naar de linkerkant van het hart'!
Linkerlong
Kleine bloedsomloop: 
Rechterkant hart (zuurstof arm)
Longen  (gasuitwisseling  zuurstof/koolstofdioxide)
Linkerkant hart  (zuurstof rijk)

Slide 15 - Slide

Kleine bloedsomloop

1. Vanuit de rechterhelft van je hart 
    wordt het zuurstofarme (koolstofdioxide-
    rijke) bloed naar je longen (A) gepompt

2. Gaswisseling: Zuurstof wordt uit beide 
    longen opgenomen in het bloed (B).

3. Het zuurstofrijke bloed stroomt terug naar 
    het hart, naar de linkerhelft van je hart (C).
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Slide 16 - Slide

Jij kunt vertellen:  

Welke kant van het hart het is.

Of het de linker- of de rechterlong is.

Of een bloedvat zuurstofrijk - of - zuurstofarm is.

Of het de haarvaten bij bijv. het hoofd of de voeten zijn.

Slide 17 - Slide


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 18 - Quiz

Kleine bloedsomloop
linker
boezem
linker
longader
linker
longslagader
haarvaten
rechter long
rechter
kamer

Slide 19 - Drag question


nr. 1
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 20 - Quiz


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 21 - Quiz

linker kamer
linker
boezem
rechter
longader
haarvaten
rechter long 
rechter
longslagader
haarvaten
linker long
rechter
kamer
linker long
slagader

Slide 22 - Drag question


nr. 3
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm naar de longen
B
zuurstof rijk naar de longen
C
zuurstof arm naar organen
D
zuurstof rijk naar organen

Slide 23 - Quiz

Grote bloedsomloop: Vul de onderdelen van de grote bloedsomloop in de juiste volgorde. 

Zuurstofrijk en zuurstofarm maar 1 x gebruiken na het 1e bloedvat waarvoor dit geldt.
Start met de ruimte van waaruit het bloed uit 
het hart stroomt.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
linkerboezem 
lichaamshaarvaten 
aders 
linkerkamer 
aorta 
rechterboezem 
rechterkamer 
zuurstofrijk 
zuurstofarm 
holle ader 
slagaders 

Slide 24 - Drag question


nr. 5
1
2
3
4
5
6
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
van de linkerkant van het hart, naar de longen, naar rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 25 - Quiz

holle aders
rechterboezem
aorta
longslagaders
longen
organen
linkerboezem
longaders
linkerkamer

Slide 26 - Drag question


nr. 6
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
van de organen naar de rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 27 - Quiz

Grote bloedsomloop:

onderste
holle ader
linker
boezem
linker
kamer
rechter
boezem
bovenste
holle ader
aorta-->
slagader
aorta  ader
haarvaten
been
haarvaten
arm
long
slagader
long
ader
linker
kamer

Slide 28 - Drag question


nr. 4

(het streepje onderaan)
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
gaswisseling in de haarvaten
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 29 - Quiz

Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde. Start met de ruimte vanuit het hart.

1
2
3
4
5
linkerboezem 
longen 
longslagader 
linkerkamer 
longader 
rechterboezem 
rechterkamer 

Slide 30 - Drag question


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 31 - Quiz

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
alle organen
longen
van zuurstofrijk naar zuurstofarm
van linker harthelft naar rechter harthelft
van rechter harthelft
naar linker harthelft
van zuurstofarm naar zuurstofrijk

Slide 32 - Drag question

Hoe stroomt het bloed bij de kleine bloedsomloop (heel simpel uitgelegd)

Slide 33 - Open question

Hoe stroomt het bloed bij de dubbele bloedsomloop (heel simpel uitgelegd)

Slide 34 - Open question

Hoe stroomt het bloed bij de grote bloedsomloop (heel simpel uitgelegd)

Slide 35 - Open question

Grote bloedsomloop:
sleepdoel 1, 2, 3, 4 zijn de 4 ruimtes van het hart
bovenste
holle ader 
linker
kamer
rechter
boezem
van aorta-naar slagader
haarvaten
been

Slide 36 - Drag question