1. Het weer in de VS

3.1 Het weer in de VS
 Weer en klimaat
1 / 33
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.1 Het weer in de VS
 Weer en klimaat

Slide 1 - Slide

VS oppervlakte: bijna 10 000 000 km2
Nederland oppervlakte: 41 000 km2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.1
Aan het einde van de les:


  • Kun je met behulp van de klimaatfactoren verklaren welke soorten weer in de VS voorkomt.
  • Kun je verklaren waarom er in de VS zowel frontale neerslag, stuwingsneerslag als stijgingsneerslag valt.
  • Kun je verklaren waarom in de winter in het binnenland van de VS tussen Denver en Chicago bijna geen neerslag valt en ten oosten daarvan wel aan de hand van cold waves en hot waves.
  • Kun je verklaren waarom in het zuiden van de VS woestijngebieden liggen.
  • Kun je beschrijven welke gebergten vooral invloed hebben op het weer.

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Grote verschillen binnen de 
Verenigde Staten!


De VS is een enorm groot land. Groot verschil in
       breedteligging en hoogteligging.
       Hierdoor 
zijn de verschillen
       in temperatuur 
en neerslag ook groot.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Sierra Nevada
Central Valley
Coast Range
(Kust gebergte)
Rocky Mountains
Aan de westkust 

Slide 13 - Slide

Hitte in Texas
Alaska

Slide 14 - Slide

Nevada
Indiana

Slide 15 - Slide

Death Valley
Ligging Death Valley

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Invloed reliëf en wind op het klimaat.
Rocky Mountains
Sierra Nevada
Appalachen
Aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan
Koude wind uit de poolstreek, zorgt voor koude winters in het noorden van de VS.
Warme vochtige wind vanuit de Golf van Mexico, zorgt voor veel neerslag.
Aflandige wind; komt heel vaak voor aan de oostkust

Slide 22 - Slide

Vanuit het noorden komt
A
warme lucht
B
koude lucht

Slide 23 - Quiz

Bekijk bron 12.
In het noordoosten van de Verenigde Staten komen regelmatig zware sneeuwstormen (blizzards) voor.
Wat voor soort neerslag betreft het hier?
A
frontale neerslag
B
stuwingsneerslag
C
stijgingsneerslag

Slide 24 - Quiz

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
evenaar, stijgende lucht, neerslag
B
dalende lucht, berg, neerslag
C
berg, stijgende lucht, neerslag
D
evenaar, berg, dalende lucht

Slide 25 - Quiz

Wat is een gevolg van een cold wave in de Verenigde Staten?
A
extreme hitte en weinig sneeuw
B
extreme kou en veel sneeuw
C
extreme hitte en veel regen
D
extreme kou en weinig sneeuw

Slide 26 - Quiz

In welk deel van de Verenigde Staten vind je warme en droge gebieden?
A
In het noorden
B
In het westen
C
In het zuiden
D
In het oosten

Slide 27 - Quiz

In de groene gebieden komt ... voor.
A
Frontale neerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Stijgingsneerslag

Slide 28 - Quiz

Waar ontstaan lagedrukgebieden (depressies) in de Verenigde Staten?
A
waar de vochtige, tropische lucht uit het zuiden en de droge poollucht uit het noorden bij elkaar komen
B
waar de droge poollucht uit het zuiden en de vochtige, tropische lucht uit het noorden bij elkaar komen
C
waar de vochtige, tropische lucht uit het oosten en de droge poollucht uit het westen bij elkaar komen
D
waar de droge poollucht uit het oosten en de vochtige, tropische lucht uit het westen bij elkaar komen

Slide 29 - Quiz

Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor. 
Windrichting
Breedteligging
Bergen
Zeestromen
In het noordoosten van de VS zorgt dit voor weinig invloed van de zee op het klimaat.
Dit zorgt aan de noordwestkust van de VS voor hogere temperaturen.
Hierdoor kan warme wind uit het zuiden diep het binnenland van de VS indringen.
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

Slide 30 - Drag question


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question

1 = juist 2 = juist

Slide 33 - Slide