5.2

Planning:
1. Korte herhaling 5.1 en 5.2. 
2. Uitleg  par 5.3. 
3. Check vragen
4. Aan de slag: Maken 33 t/m 38 
5. Klaar? Nakijken par. 2 en 3  


1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning:
1. Korte herhaling 5.1 en 5.2. 
2. Uitleg  par 5.3. 
3. Check vragen
4. Aan de slag: Maken 33 t/m 38 
5. Klaar? Nakijken par. 2 en 3  


Slide 1 - Slide

H5.1
Oxide → verbinding van een element met zuurstof
Oxides ontstaan bij verbranding 
calciumoxide = CaO 

Voorvoegsels: 
1. mono                3. tri           
2. di                      

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les kun je: 
-Het verschil uitleggen tussen een volledige en een                         onvolledige verbranding. 
- De verbrandingsproducten bij een volledige en een  onvolledige verbranding benoemen. 


Slide 3 - Slide

volledige verbranding koolwaterstoffen 
  1. Kleurloze of blauwe vlam.
  2. Er ontstaat waterdamp en koolstofdioxide
  3. Beide gassen zijn (net als distikstofoxide) broeikasgassen en kunnen zorgen voor versterkt broeikaseffect als ze afkomstig zijn van fossiele brandstoffen

Slide 4 - Slide

Volledige verbranding
Voldoende zuurstof aanwezig

CH4(g) + 2 O2(g) -> 2 H2O(l) + CO2(g)

Slide 5 - Slide

Onvolledige verbranding koolwaterstoffen
  1. Oranje of gele vlam
  2. er ontstaat waterdamp, koolstof (=roet)  en koolstofmonoxide

Slide 6 - Slide

Onvolledige verbranding
Te weinig zuurstof(O2(g)) aanwezig

Koolstofmono-oxide vorming (CO(g))

Roetvorming (C(s))


Slide 7 - Slide

onvolledige verbrandingsreactie
2 CH4(g) + 3 O2(g) -> 2 CO(g) + 4 H2O(l)
 
soms wordt er ook C (s) gevormd na de pijl

Slide 8 - Slide

Koolstofmonoxide/Kolendamp (CO)
Gas
Giftig voorkomt opname van zuurstof -> je stikt
Kleurloos 
Geurloos 
Grootte dichtheid
Zeer brandbaar







Slide 9 - Slide

Roet (C(s))
roet is de zwarte aanslag die je ziet bij een onvolledige verbranding

roet is brandbaar

Slide 10 - Slide

2 C6H14 + 13 O2--> 12 CO + 14 H2O
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding

Slide 11 - Quiz

Geef het reactieschema voor de verbranding van benzine.
+
+
Water
Zuurstof
Benzine
Koolstof-dioxide

Slide 12 - Drag question

2 H2O --> 2 H2 + O2
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming

Slide 13 - Quiz

Maak de reactievergelijking van volledige verbranding.
+
+
  _______>
verbranding
CO2
O2
H2O
brandstof

Slide 14 - Drag question

Bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan:
A
zuurstof en roet
B
koolstof en koolstofdioxide
C
koolstof, waterdamp en koolstofdioxide
D
roet, koolstofmonoxide en waterdamp

Slide 15 - Quiz

Welk van de volgende uitspraken is/zijn niet waar
A
bij een volledige verbranding is de vlam oranje/ geel
B
een ander woord voor koolstofmonoxide = kolendamp
C
koolstofmonoxide en roet zijn beide brandbare stoffen
D
koolstofdioxide is een giftig gas

Slide 16 - Quiz

 Aan het eind van de les kun je:
-Het verschil uitleggen tussen een volledige en een onvolledige verbranding.
- De verbrandingsproducten bij een volledige en een onvolledige verbranding benoemen. 

Slide 17 - Slide

VOLLEDIGE VERBRANDING
ONVOLLEDIGE VERBRANDING
blauwe vlam
gele vlam
voldoende zuurstof
onvoldoende zuurstof
giftige gassen
heetste vlam
koolstof mono-oxide
koolstof- dioxide
roet (c)
water
water

Slide 18 - Drag question

Planning:
1. Korte herhaling par 5.3. 
2. Aan de slag: Maken 33 t/m 38 en 43
3. Klaar? Nakijken par. 2 en 3  


Slide 19 - Slide

Volledige verbranding


Onvolledige verbranding 

Slide 20 - Slide

Maak 33 t/m 38 en 43
Klaar? Nakijken par. 5.2 en 5.3 
(denk aan je cijfer voor je werkboek hoofdstuk 5)

Slide 21 - Slide

afsluiting
 Volledige verbranding = genoeg zuurstof
de verbrandingsproducten zijn: CO2(g) en H2O(l) 

Onvolledige verbranding = te weinig zuurstof
de verbrandingsproducten zijn: CO(g) , H2O(l) en soms C(s)

Slide 22 - Slide

Reactievergelijking van een volledige en onvolledige verbranding
C (s)   +   O2 (g)   ->   CO2 (g)
2C (s) + O2 (g) -> 2CO2 (g)
Neem over en maak kloppend:
... CH4 (g)  +  ... O2 (g)  ->  ... CO (g)   +   ...H2O (g)
... CH4 (g)  +  ... O2 (g)  ->  ... CO (g)   +   ...H2O (g)

Slide 23 - Slide