This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom bij GS!
Telefoon in de tas!
Pak je laptop en schrift erbij.
Kom in de Lessonup!
Ben je zover? Toppertje
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling paragraaf 1, 2 & 3
Leerdoelen
Start maken met 3.4 Het Christendom
Jezus van Nazareth
Keizer Nero
Verspreiding Christendom
Aan de slag!
Slide 2 - Slide
Herhaling 3.1, 3.2 & 3.3
3.1 Van stadstaat tot wereldrijk
3.2 Langs de Limes
3.3 Brood en spelen
Slide 3 - Slide
Herhaling H2: Het Christendom is ... godsdienst?
A
Polytheïstische
B
Monotheïstische
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk.
Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.
Slide 5 - Slide
3.4 Het Christendom
Slide 6 - Slide
Jezus van Nazareth
63 v. Chr. veroverden de Romeinen Joods gebied.
Monotheïstische godsdienst (?)
Verlosser zou de Joden bevrijden van al het kwaad. Ook van de Romeinen?
Jezus kreeg veel aanhangers - Christenen.
De Romeinen vonden Jezus gevaarlijk!
Kruisiging - Opstand voorkomen - Straf voor een opstandige slaaf.
Keizer Nero
Slide 7 - Slide
LD: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Keizer Nero
Romeinse schrijver Tacticus schreef het volgende:
'Een soort mensen van een nieuw, boosaardig geloof.' Bron 16
De Christenen kregen de schuld van alles!
'Beestenvellen aangetrokken om door wilde honden verscheurd te worden, gekruisigd of aangestoken om te dienen als straatverlichting.' Bron 18
64 na Chr, De brand van Rome.
Halfbroer, moeder, vrouw, vrouw & vrouw.
Keizer Nero
Christenen in de arena van het Colosseum.
Slide 10 - Slide
LD: Waarom deed Keizer Nero verschrikkelijke dingen tegen de Christenen?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Het Christendom wordt verspreid
De Romeinse wegen waren goed en veilig.
De Boodschap: (?)
Voor God is iedereen gelijk, voor ieder goed mens is er een plek in de hemel.
Dat sprak veel mensen aan!
Romeinen waren verdraagzaam (par 3.2?), maar bij de Christenen ging dat moeilijk.
Monotheïsme & Polytheïsme
Christenen weigeren de Romeinse keizer als een god te erkennen.
Slide 13 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk.
Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.
Slide 14 - Slide
LD: Wat is geen reden voor de verspreiding van het Christendom?
A
De Romeinse wegen waren veilig.
B
Door de Romeinse wegen was het Romeinse Rijk goed bereikbaar.
C
Als je je bekeerde tot het Christendom kreeg je geld van de Romeinen. Dit sprak veel mensen aan.
D
De boodschap van het Christendom sprak veel mensen aan.
Slide 15 - Quiz
Ik kan antwoord geven op de leerdoelen. LD1: Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse rijk. LD2: Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk. LD3: En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!
Slide 16 - Poll
Aan de slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 3.4 Het Christendom
Opdracht: 1, 2, 3, 4 & 5
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welkom bij GS!
Telefoon in de tas!
Pak je laptop en schrift erbij
Kom in de Lessonup!
Ben je zover? Toppertje
Slide 19 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling vorige les
Leerdoelen
Afmaken 3.4 Het Christendom
Christendom als staatsgodsdienst
Feiten en meningen
Oefening
Aan de slag!
Slide 20 - Slide
Herhaling: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?
Slide 21 - Open question
Herhaling: Waarom deed Keizer Nero verschrikkelijke dingen tegen de Christenen?
Slide 22 - Open question
Herhaling: Wat is geen reden voor de verspreiding van het Christendom?
A
De Romeinse wegen waren veilig.
B
Door de Romeinse wegen was het Romeinse Rijk goed bereikbaar.
C
Als je je bekeerde tot het Christendom kreeg je geld van de Romeinen. Dit sprak veel mensen aan.
D
De boodschap van het Christendom sprak veel mensen aan.
Slide 23 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
Wat het begrip staatsgodsdienst betekent.
Ook weet je het verschil tussen een feit en mening.
En je hebt de opdrachten gemaakt die horen bij paragraaf 3.4
Slide 24 - Slide
Het Christendom wordt staatsgodsdienst
Ondanks het gevaar groeiden het aantal Christenen.
Christenen hielpen elkaar en waren goed georganiseerd.
Bisschop - Leider van Christenen in een bepaald gebied.
De bisschop werd later Paus (Papa, vader).
312 Constantijn de Grote werd Christen, het Christendom werd toegestaan. (Droom)
Waarschijnlijk bang voor opstanden. Christendom > Rust!
Mozaïek doop van keizer Constantijn
De paus doopt keizer Constantijn. Na de doop is iemand christen. Mozaïek uit de zesde eeuw.
Slide 25 - Slide
Het Christendom wordt staatsgodsdienst
394 Theodosius I verplichte iedereen Christen te zijn.
Staatsgodsdienst - Godsdienst die door de regering wordt beschermd en soms als enige toegestaan is.
Het vereren van andere goden werd zwaar gestraft.
Theodosius 1
Slide 26 - Slide
Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Theodosius I
C
Constantijn
D
Augustus
Slide 27 - Quiz
Feiten en meningen
Feiten zijn dingen die echt waar zijn en iedereen kan controleren.
Meningen zijn wat iemand denkt of voelt.
Feit: De zon schijnt overdag.
Meningen: Ik vind ijs het lekkerste toetje.
Bedenk zelf een feit en een mening en schrijf op in je schrift.
timer
3:00
Slide 28 - Slide
Een olifant is groter dan een muis.
A
Feit
B
Mening
Slide 29 - Quiz
Blauw is de mooiste kleur.
A
Feit
B
Mening
Slide 30 - Quiz
Voetbal is de leukste sport.
A
Feit
B
Mening
Slide 31 - Quiz
Feyenoord is de beste club van Nederland ;)
A
Feit
B
Mening
Slide 32 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
Wat het begrip staatsgodsdienst betekent.
Ook weer je het verschil tussen een feit en mening.
En je hebt de opdrachten gemaakt die horen bij paragraaf 3.4.
Slide 33 - Slide
LD: Wat is een staatsgodsdienst?
A
Een godsdienst die in het hele land gevolgd moet worden.
B
Een godsdienst die je mag volgen.
C
Een godsdienst die alleen de keizer volgt.
D
Een godsdienst die verboden is.
Slide 34 - Quiz
Ik kan antwoord geven op de leerdoelen. LD1: Wat het begrip staatsgodsdienst betekent. LD2: Ook weer je het verschil tussen een feit en mening.