6.5 Opslag en afbraak in de lever

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H6 Voeding en vertering 
Laptop & Binas
op tafel



Deze les:
  • 6.5 Opslag en afbraak in de lever

Slide 2 - Slide

Wat is de route die voedingsstoffen afleggen?
A
Weefselvloeistof -> membraan -> lymfe/bloed -> rest v/h lichaam
B
Membraan -> lymfe/bloed -> weefselvloeistof -> rest v/h lichaam
C
Membraan -> weefselvloeistof -> rest v/h lichaam -> lymfe/bloed
D
Membraan -> weefselvloeistof -> lymfe/bloed -> rest v/h lichaam

Slide 3 - Quiz

Als alle nuttige voedingsstoffen in de dunne darm al zijn opgenomen, waarom hebben we de dikke darm dan nog nodig?

Slide 4 - Open question

Voedingsmiddelen met daarin nuttige bacteriën noemen we...
A
Prebiotica
B
Probiotica
C
Antibiotica
D
Semibiotica

Slide 5 - Quiz

Binas 82G en 82F
De vetvertering bij baby’s door lipase begint al in de maag. Het lichaam van volwassenen produceert ook lipase, maar niet meer in de maag. Welk orgaan maakt lipase?

Slide 6 - Open question

  • Je beschrijft de bouw van de lever en de aan- en afvoer van stoffen.
  • Je beschrijft de invloed van de lever op de hoeveelheid   voedingsstoffen in het lichaam.
  • Je beschrijft de herkomst, transport en opslag van gal.
  • Je beschrijft de afbraak van gifstoffen door de lever.

Slide 7 - Slide

De lever
  • Groot, donkerbruin orgaan => sterke doorbloeding
  • Twee aanvoerende bloedvaten: leverslagader (20%) & poortader (80%)
  • Poortader: opgenomen voedingsstoffen uit de darmen


Slide 8 - Slide

Bouw van de lever
  • Levercellen in groepjes: leverlobjes.
  • Elk leverlobje heeft aftakking van beide bloedvaten.

  • Glucose, vetten en eiwitten, aminozuren en ureum vanuit de lever naar de leverader.

Slide 9 - Slide

In welke richting stroomt het bloed van de poortader?
A
Nier => Lever
B
Darm => Lever
C
Lever => Nier
D
Lever => Darm

Slide 10 - Quiz

Afbraak rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen => afbraak rode bloedcellen => hemoglobine
  • IJzer => opgeslagen voor nieuwe Hb moleculen
  • Overig hemoglobine afgebroken => bilirubine

Slide 11 - Slide

Bilirubine
Bilirubine wordt gemaakt door milt en lever bij het afbreken van oude rode bloedcellen. Hemoglobine wordt afgebroken, ijzer wordt bewaard de rest wordt bilirubine.

Je lever geeft dit samen met galzure zouten af als gal. 

Bilirubine is geel maar wordt door bacteriën in de darm omgezet naar een bruine stof. Dit zorgt voor de kleur van de ontlasting. 

Slide 12 - Slide

Gal
  • Levercellen maken gal
  • Via buisjes gal afgevoerd => galblaas & 12-VD

  • Gal: bilirubine + galzure zouten (emulgeren vet)

Slide 13 - Slide

Wat is de functie van de lever met betrekking tot gal?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 14 - Quiz

Gal bevat onder andere...
A
Aminozuren
B
Ureum
C
Bilirubine
D
IJzer

Slide 15 - Quiz

Verwerking van koolhydraten
Regeling van de glucose concentratie van het bloed:
  • Hoge concentratie glucose => insuline => opslag glycogeen
  • Lage concentratie glucose => glucagon => glycogeen omzet in glucose

Slide 16 - Slide

Verwerking van eiwitten
  • Aanmaak bloedeiwitten (bloedstolling).
  • Lever kan aminozuren ombouwen tot andere aminozuren
     => niet-essentiële aminozuren.
  • Te veel aminozuren afgebroken => ureum (afgevoerd naar nieren)


Slide 17 - Slide

Verwerking van vetachtige stoffen

  • Fosfolipiden => bouwstof voor membranen.
  • Cholesterol => bouwstof celmembraan en grondstof voor hormonen.  

Slide 18 - Slide

Verwerking van gifstoffen
  • Gifstoffen afbreken:
  • Medicijnen, alcohol en drugs.

  • Afbraak geleidelijk, soms gaat het meerdere malen door de lever.

Slide 19 - Slide

Ureum ontstaat door?
A
Het afbreken van aminozuren
B
Het afbreken van giftige stoffen
C
Het koppelen van aminozuren
D
Het afbreken van bilirubine

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
Medicijnen worden door de lever in een keer afgebroken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Vul in: Een hoge concentratie glucose in het bloed activeert  de afgifte van het hormoon                          door de                           .  Dit hormoon zorgt ervoor dat 
                                glucose uit het bloed opnemen en opslaan als                               . Wanneer de concentratie bloedglucose tot onder een bepaalde waarde daalt, dan activeert het hormoon                             de                                tot afbraak van                            naar glucose.
Insuline
Alvleesklier
Levercellen
Glycogeen
Glycogeen
Levercellen
Glucagon

Slide 22 - Drag question

Wat zijn de functies van de lever?

Slide 23 - Open question