B1_M3_tussentijdse quiz_20220520

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat is de luchtdruk?

1. De kracht die wind uitoefent.
2. De hoeveelheid lucht.
3. De druk die lucht op een voorwerp uitoefent.
4. De druk die een voorwerp op lucht uitoefent.

Uit welke stof zit er NIET in de lucht

1. zuurstof
2. stikstof
3. koolstofmono-oxide
4. koolstofdioxide

Welke soort stof bevindt zich het meeste in de lucht

1. stikstof
2. zuurstof
3. koolstofmono-oxide
4. koolstofdioxide

Wat is nodig voor een goede verbranding?

1. Brandstof, koolstof en zuurstof
2. Hitte, zuurstof en koolstofdioxide
3. Brandstof, zuurstof en hitte
4. Zuurstof, brandstof en koolstofdioxide

De luchtlaag rondom de aarde heet

1. atmosfeer
2. dampkring
3. condens
4. stuwdam

Hoe noem je een ruimte waar geen lucht in zit?

1. Luchtledig
2. Vacuum
3. Lage Luchtdruk
4. Hoge Luchtdruk

Hoe meet je luchtdruk?

1. Luchtdrukmeter
2. Barometer
3. Thermometer
4. Isobarenmeter

Lucht stroomt altijd van

1. noord naar zuid
2. zuid naar noord
3. hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
4. lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Bij welke luchtdruk hebben we vaak te maken met bewolking en neerslag?

1. Hoge luchtdruk
2. Lage luchtdruk
3. Dat maakt niet uit

Hoe verandert de luchtdruk als je een berg opklimt?

1. De luchtdruk neemt toe
2. De luchtdruk blijft hetzelfde
3. De luchttdruk neemt af
4. Dat hangt van de wind af

De luchtdruk duwt de hele dag op je lichaam. Toch worden je longen niet in elkaar geduwd. Dat komt doordat..

1. de luchtdruk groter is dan de tegendruk
2. de tegendruk groter is dan de luchtdruk
3. de luchtdruk en tegendruk even groot zijn

Leg uit waarom het kouder aanvoelt als het waait.