H7 paragraaf 1 Noord Korea en Zuid Korea

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

www.planning-en-agenda.nl

Wat weten we over Noord Korea?

Wat weten we over Zuid Korea?

Hoofdvraag

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen Noord- en Zuid-Korea?

Deelvragen

§1: Wat zijn de belangrijkste bevolkingskenmerken van Noord- en Zuid-Korea?

§2: Hoe zijn de economische en politieke verschillen tussen Noord- en Zuid-Korea te verklaren?

§3: Wonder aan de rivier de Han: Waarom is Zuid-Korea veel welvarender dan Noord-Korea?

§4: Hoe gaat het verder? Met welke problemen krijgen Zuid- en Noord- Korea in de nabije toekomst te maken?

§5:  Dokdo of Takeshima? Wie heeft aanspraak op de eilanden Dokdo/Takeshima?

Huiswerk

Lezen: Paragraaf 8.1

Volgende week:

Maken: Paragraaf 8.1 opdracht 1 t/m 5

Leren: Begrippen bij paragraaf 1 (kijk hiervoor bij WMJL)

Leerdoelen 7.1

1. wat de belangrijkste bevolkingskenmerken zijn van Noord-Korea?
2. wat de belangrijkste bevolkingskenmerken zijn van Zuid- Korea?
3. wat de belangrijkste verschillen zijn tussen de bevolkingskenmerken van Noord- en Zuid-Korea?

Intro:

Intro:

Zuid Korea ging van een arm naar een rijk land in amper 50 jaar. 

Zonder natuurlijke hulpbronnen. 

Goed onderwijs en hard werken.

Ontwikkelingskenmerken

Noord-Korea, 2017

BNP per inwoner, 2017 $1.700

levensverwachting bij de geboorte 71

gemiddeld aantal kinderen per vrouw 1,9

% analfabeten - 

% stedelingen 62

human development index (hdi), 2010 0,733

Ontwikkelingskenmerken

Zuid-Korea, 2017

BNP per inwoner, 2017 $29.742

levensverwachting bij de geboorte 83

gemiddeld aantal kinderen per vrouw 1,17

% analfabeten 1

% stedelingen 83

human development index (hdi), 2010 0,903

Zuid-Korea heeft een een lager percentage analfabeten dan Brazilië

1. juist
2. onjuist

Brazilië heeft een lagere HDI dan Zuid Korea.

1. juist
2. onjuist

Het HDI bestaat uit

1. BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
2. BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
3. BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
4. analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Sector In %

primaire sector 23

secundaire sector 48

tertiaire sector 29

Sector In %

primaire sector 2

secundaire sector 39

tertiaire sector 59

Diensten?

• Commercieel/niet commercieel
• Tertiair/quartair

In een arm land is de grootste sector

1. de landbouw
2. de industrie
3. de diensten

Zuid Korea

Noord Korea

Urn

Granaat

piramide

Zoek op:
Foto van in Brazilië

Zoek op:
Een foto van het geloof van Zuid Korea

Deel 2 van § 8.1

Uitleg demografisch transitiemodel

Economische sectoren

Huiswerk voor les 1 van volgende week

Maken: Tot en met opdracht 11

Leren: Begrippen van §8.1 (Kijk hiervoor bij WMJL)

De bevolkingsopbouw van een arm land heeft de vorm van

1. urn
2. granaat
3. piramide

Werkzaam als visser?

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartair

Werkzaam als politieagent?

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartair

Werkzaam als bankier?

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartair

Werkzaam als bouwvakker?

1. Primair
2. Secundair
3. Tertiair
4. Quartair

Huiswerk

M. Opdracht 1 t/m 9 van paragraaf 7.1 (boek)/7.2 (learnbeat)

Lz. paragraaf 7.2 (boek)/7.3 (learnbeat)

A2C: woensdag 31 mei, 3de uur

A2B: donderdag 1 juni, 8ste uur

www.planning-en-agenda.nl

Vorige les

Bevolkingskenmerken:

• Demografische kenmerken, geboorte, sterfte
• Economische kenmerken, sectoren, welvaart, BNP
• Sociaal-culturele kenmerken, familie, tradities, geloof, taal
• Politieke kenmerken, bestuur, wie heeft de macht?

Demografisch transitiemodel

Demografische transitie

• Een verandering in de bevolkingsgroei door geboorte en sterfte over een langere tijd staat bekend als demografische transitie (transitie = overgang). In het demografisch transitiemodel kun je zien hoe een samenleving met hoge geboortecijfers en sterftecijfers in vier fasen overgaat naar een samenleving met lage geboorte- en sterftecijfers.
  
  
• Het model is bedacht voor de bevolkingsgroei van de afgelopen tweehonderd jaar in rijke (Europese) landen. In Afrika, Azië en Latijns-Amerika is de demografische transitie pas in de twintigste eeuw begonnen. Inmiddels zijn veel landen in Azië en Latijns-Amerika in fase 3 of 4 aanbeland. Ze hebben de demografische transitie in een kortere periode doorlopen dan de westerse landen.

 In fase 1 zijn de geboorte- en sterftecijfers allebei hoog. Daardoor groeit de bevolking langzaam.

  In fase 2 van het transitiemodel dalen de sterftecijfers snel, maar blijven de geboortecijfers hoog. Er is een sterke natuurlijke bevolkingsgroei. Dat noem je een bevolkingsexplosie. In een aantal Afrikaanse ontwikkelingslanden is de bevolkingsexplosie nog in volle gang.

In fase 3 en 4 neemt de bevolkingsgroei sterk af. De transitie is voltooid. Net als in fase 1 groeit de bevolking nog maar langzaam.

 Later is er aan dit model nog een vijfde fase toegevoegd met een sterfteoverschot. Daarin neemt de bevolking langzaam af.

nos.nl

Vanaf 9.30 aanzetten!