This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
oefenen voor de toets 1H
Slide 1 - Slide
⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?
Hippocrates
A
Geschiedenis
B
Politiek
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde
Slide 2 - Quiz
⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?
Pythagoras
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek
Slide 3 - Quiz
⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?
Archimedes
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek
Slide 4 - Quiz
⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?
Herodotus
A
Geschiedenis
B
Aardrijkskunde
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde
Slide 5 - Quiz
Goed of fout?
Archimedes bestudeerde de aarde en maakte landkaarten.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quiz
Goed of fout?
Wetenschappers willen uitspraken doen over wat goed en kwaad is.
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quiz
Goed of fout?
Wetenschappers willen uitspraken doen over wat goed en kwaad is.
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quiz
Goed of fout?
Het schrift was belangrijk voor de ontwikkeling van de wetenschap.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quiz
Goed of fout?
Athene en Sparta hadden een andere cultuur.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Goed of fout?
In alle Poleis werd Grieks gesproken.
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quiz
Welke stellingen over Sparta en Athene zijn waar?
I. Beide hadden dezelfde manier van besturen. II. Sparta was een polis, Athene niet.
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 13 - Quiz
Waar of niet waar?
In een monarchie is er een koning.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Waar of niet waar?
Athene was een monarchie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Waar of niet waar?
In Athene was het volk de baas.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Waar of niet waar?
Nederland is een democratie én een monarchie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Bekijk de verschillende soorten kapitelen in de bron.
Wat is de juiste volgorde van vroeg naar laat?
A
A, B, C
B
B, A, C
C
C, B, A
D
A, C, B
Slide 18 - Quiz
In welke gebieden hadden de Grieken kolonies? Kies het juiste antwoord
A
Gebied B, F en A
B
Gebied B, E en D
C
Gebied B, C en D
D
Gebied A, B en D
Slide 19 - Quiz
⇒Geef de naam van de volgende manieren van besturen:
Het volk heeft de macht.
Slide 20 - Open question
⇒Geef de naam van de volgende manieren van besturen:
Eén persoon heeft de macht.
Slide 21 - Open question
In Nederland hebben we net als in het oude Athene een democratie.
⇒Noem twee verschillen (=dingen die anders zijn) tussen de Atheense en onze Nederlandse democratie.
Slide 22 - Open question
Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.
⇒Welke bestuursvorm beschrijft Herodotus in tekst 2?
Gebruik de tekst
Slide 23 - Open question
Gebruik de bron
Dit is een afbeelding van het Parthenon in Athene. Zoals je ziet (en misschien ook wel zelf weet) staat een groot gedeelte van dit gebouw nog overeind.
⇒Waarom zal dit gebouw op een berg, de Acropolis, zijn gebouwd?