agendapunten: doelengesprek - wat gaat goed/minder goed -problemen - hoe verder met individuele coachgesprekken (agendapunten docent-leerling) Mail regelmatig lezen
Slide 2 - Slide
Lernziel:
Je kunt de werkwoorden sein en haben in de verleden tijd gebruiken.
Je kunt het werkwoord werden in de tegenwoordige tijd gebruiken..
Slide 3 - Slide
Hausaufgaben
K1 E+D afhebben
Vragen over huiswerk en of so?
Slide 4 - Slide
Huiswerk E afhebben
0 tot 5 keer spullen huiswerk niet op orde = 2 herkansing
6 tot 10 keer spullen huiswerk niet op orde = 1 herkansing
meer dan 10x spullen huiswerk niet op orde = 0 herkansing
Slide 5 - Slide
Welke opdrachten bij E gingen heel goed in 3Ha?
23 = 87%
22= 85%
Slide 6 - Slide
Met welke opdrachten had 3Ha moeite?
19 = 50%
22 = 46%
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Das Oktoberfest 16 september
bis Montag 3 oktober
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
E Sprechen = Samenwerken
1) we oefenen de uitspraak van woorden
2) we nemen de SPRACHMITTEL door en schrijven de Nederlandse vertaling bij woorden als we die niet kennen
3) we oefenen kleine gesprekjes en wisselen van rol. We schrijven alle gesprekjes (zowel rol A als B)eerst uit voordat we oefenen.
Slide 14 - Slide
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was? Macht: Aufgaben E 29-30-31
Wie? eerst uitschrijven en daarna met elkaar oefenen