MEDISCHE BASISKENNIS: GERIATRIE

GERIATRIE 22 VP Z
1 / 54
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

GERIATRIE 22 VP Z

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DOEL VAN DE LES
  • Kan  geheugenproblemen benoemen
  • Kan voorbeelden geven van  functionele achteruitgang
  • Kan  zintuiglijke achteruitgang uitleggen
  • Kan oorzken noemen van gewichtsverlies
  • Kan medicatie problemen bij ouderen benoemen
  • Kan voorbeelden van  kwetsbaarheid van ouderen noemen
  • Kunnen beschrijven welke zorg er speciaal is voor kwetsbare ouderen
  • De betekenis en de basisregels bij euthanasie benoemen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

INHOUD VAN DE LES DEEL 1
  • Dementie
  • Vergeetachtigheid
  • Delier
  • Incontinentie
  • Mobiliteit
  • Vallen
  • Achteruitgang zintuigen
  • Gewichtsverlies
  • Medicatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

INHOUD VAN DE LES DEEL 2
  • Comorbiditeit
  • Eenzaamheid
  • Depressie
  • Afhankelijkheid
  • Mantelzorg
  • Verpleeghuiszorg
  • Euthanasie 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Geriatrie ?

Slide 5 - Mind map

Klinische geriatrie
:Is het medisch specialisme voor de kwetsbare oudere patiënt in het ziekenhuis. De naam werd het eerst in 1909 in het Engels gemunt als geriatrics door de arts Ignatz Nascher, die de naam afleidde van Oudgrieks gēras, 'ouderdom' en iatrikos, 'met betrekking tot de arts'. Wikipedia
Wat is een vorm van dementie?
A
Alzheimer
B
Comorbiditeit
C
Incontinentie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vormen geheugenproblemen?
  • Dementie

  • Vergeetachtigheid

  • Delier 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

DEMENTIE ?
  •  = de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

FASES DEMENTIE
Verloop is afhankelijk van het soort dementie en de persoon:

  • Vroege fase (1e stadium): de eerste kleine veranderingen in het gedrag, functioneren en persoonlijkheid
  • Midden fase (2e stadium): symptomen worden erger en korte termijngeheugen werkt niet goed meer
  • Late fase (3e stadium): totale afhankelijkheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VORMEN DEMENTIE
  • Alzheimer

  • Vasculaire dementie 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

ALZHEIMER
  • De meest voorkomende vorm van dementie


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN ALZHEIMER
  • De zenuwcellen in de hersenen gaan kapot
 doordat bepaalde eiwitten en vezels zich ophopen in de zenuwcellen

  • Deze ophopingen verstoren de onderlinge communicatie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN ALZHEIMER ?    Schrijf is op

  • Nieuwe informatie niet kunnen onthouden
  • Informatie kunnen onthouden die langere tijd in het geheugen zat
  • Niet kunnen onthouden waar hij is, of welke dag, welke maand of welk jaar het is
  • Geen goed taal gebruiken en begrijpen = AFASIE
  • Geen voorwerpen en geluiden herkennen en weten waar ze voor zijn = AGNOSIE
  • Handelingen niet goed kunnen uitvoeren of in de juiste volgorde uitvoeren= APRAXIE
  • Niet na kunnen denken over situaties en deze beoordelen
  • Eventueel karakterverandering
  • Onrustig, achterdochtig of agressief zijn
  •  Lusteloos zijn
  • Stemmingswisselingen


 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

BEHANDELING ALZHEIMER ?
  • Van alzheimer kun je niet genezen
  •  Medicijnen kunnen wel helpen om minder last te hebben van klachten
  •  Ook zijn er behandelingen om minder last te hebben van je klachten
  •  Wat het beste werkt, verschilt per persoon
  • Levensverwachting gemiddeld 8 tot 10 jaar

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

VASCULAIRE DEMENTIE
  • Is een van de meest voorkomende soorten dementie
  • Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte 
  • Bij één op de zes mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak
  • Nog veel vaker komt vaatschade in de hersenen naast andere oorzaken van dementie voor

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN ? Schrijf is op
  • Hart- en vaatziekten (gehad) 
  • Langdurig een hoge bloeddruk 
  • Hartritmestoornissen
  • Suikerziekte 
  • TIA's  (Transient Ischemic Attack) = kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen
  • Een of meerdere beroertes 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN :  Wat zie je ?
  • Langzamer denken, spreken en handelen
  • Concentratie gaat achteruit
  • Moeilijker meerdere dingen tegelijk doen
  • Eventueel lichamelijke verschijnselen (wankeler of langzamer lopen)
  • Eventueel verlamming
  • Eventueel gevoelsverlies


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

BEHANDELINGEN?
  • Risicofactoren voor onderliggende hart- of vaatziekten  zoals hoge bloeddruk behandelen om verdere schade zo veel mogelijk te beperken
  •  Soms bloedverdunners gegeven
  • Bij andere patiënten lijkt het juist beter bepaalde medicijnen te stoppen omdat ze complicaties kunnen geven

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

VERGEETACHTIGHEID bij ouderen
  • De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat het tempo van het geheugen verandert
  •  Met het ouder worden gaat alles meer tijd kosten
  •  Het geheugen heeft dan meer tijd nodig om informatie op te slaan of om herinneringen weer op te halen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

DELIER ?
  • = een voorbijgaande toestand van acute verwardheid 


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN ?
  • Angst
  • Onrust
  • Veranderd gedrag
  • Wisselend bewustzijn 
  • Moeite met concentratie en aandacht  
  • Hallucinaties
  • De symptomen van een delier kunnen erg lijken op die van dementie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

FUNCTIONELE ACHTERUITGANG ouderen?
Wat zie je ?
  • Incontinentie

  • Mobiliteit

  • Vallen 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Incontinentie, wat zie je, vormen?
Vormen:

  • Urine-incontinentie
  • Fecale incontinentie
  • Anale incontinentie

Slide 24 - Slide

Urine-incontinentie: Dit is het ongewild verlies van urine. Mensen met urine-incontinentie hebben moeite met het beheersen van hun blaas, waardoor er urineverlies kan optreden bij bijvoorbeeld hoesten, niezen, lachen of fysieke inspanning.

Fecale incontinentie: Dit is het ongewild verlies van ontlasting. Personen met fecale incontinentie kunnen hun ontlasting niet volledig controleren, wat kan leiden tot ongewenst verlies van feces.

Anale incontinentie: Dit omvat het ongewild verlies van zowel ontlasting als darmgassen (winden). Anale incontinentie is een bredere term die zowel fecale incontinentie als het onvermogen om gassen binnen te houden, omvat.
VOORBEELD VAN URINE-INCONTINENTIE
Stressincontinentie

  • Heeft niets met psychische stress te maken
  •  Stress verwijst in dit geval naar de drukverhoging in de buikholte die ertoe leidt dat er ongewild urine verlies is
  •  Dit gebeurt bij lichamelijke inspanningen als sporten, hoesten en tillen


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN INCONTINENTIE ?
  • Ziekten van blaas, sluitspieren, bekkenbodem, darmen, endeldarm
  • Ziekten van zenuwstelsel
  • Problemen met mobiliteit en obstakels
  • Problemen met cognitie
  • Bijwerkingen van medicijnen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

BEHANDELING VAN INCONTINENTIE ?

  • Men denkt dat incontinentie iets is wat nu eenmaal bij het ouder worden hoort
  •  Ook al kunnen niet alle cliënten (volledig) continent blijven, onnodige incontinentie bij ouderen is wel degelijk te voorkomen

  • Denk hierbij aan ondersteuning bij en adviezen over:
  • toiletgang
  • verminderen van obstakels en verbeteren van de mobiliteit
  • voorkomen en beperken van incontinentieletsel
  • gebruik incontinentiemateriaal
  • omgaan met schaamte en sociale isolatie
  • incontinentieverpleegkundige


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

MOBILITEIT
= Het vermogen om je fysiek voort te bewegen zonder hulpmiddel 

Mobiliteitsproblemen: slechter lopen en/of bewegen en vallen zonder duidelijke oorzaak

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN MOBILITEITSKLACHTEN ?
  • Combinatie van meerdere aandoeningen 
  • Aandoeningen van het bewegingsapparaat
  • Visusproblemen, 
  • Verminderde balans 
  • Hart-en longziekten  
  • Afgenomen spierkracht
  • Medicatie speelt vaak ook een belangrijke rol bij vallen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

BEHANDELING
Door middel van onderzoeken probeert de arts de oorzaak van de klachten te achterhalen
 Dit kan onder andere bestaan uit:
  • Lichamelijk onderzoek
  • Een bloeddrukmeting 
  • Een spierkrachtmeting
  • Een hartfilmpje (ECG) 
  • Bloedonderzoek
  • Soms een scan van de hersenen 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

ZINTUIGLIJKE ACHTERUITGANG ouderen
Achteruitgang van:

  • Zicht (kleiner gezichtsveld)
  • Gehoor (verminderen of afwezigheid geluidsprikkels)
  •  Geur en smaak 
  • Evenwichtsgevoel
  • Gevoel: via aanraking ervaren (blijft lang goed)



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

GEWICHTSVERLIES
Gewichtsverlies bij ouderen is vaak onvrijwillig en ongewenst

Het kan samenhangen met:  ?
  •  Ziekten
  • Medicatiegebruik 
  • Zorgafhankelijkheid
  •  Psychische en sociale factoren

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

GEVAREN GEWICHTSVERLIES BIJ OUDEREN

  • Bij afvallen wordt niet alleen vet, maar ook spiermassa afgebroken 
  • Hierdoor gaat de spierkracht achteruit 
  • Botten worden minder sterk bij gewichtsverlies
  • Tekorten aan vitamines en mineralen


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

MEDICATIE BIJ OUDEREN
  • Bij ouderen worden doorgaans meer bijwerkingen gezien 
  • Dit wordt niet alleen veroorzaakt doordat ouderen gevoeliger zijn voor bijwerkingen van geneesmiddelen, maar ook door het gelijktijdig gebruik van meerdere geneesmiddelen = polyfarmacie
  • Ook interacties van geneesmiddelen spelen een rol.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

RISICO'S DEEL 1
Ieder geneesmiddel dat duizeligheid en/of sufheid kan geven, verhoogt het risico dat mensen gedesoriënteerd raken, vallen en iets breken:

  • Slaap- en kalmeringsmiddel
  • Diuretica (plasmiddelen) 
  • Cardiovasculaire middelen
  • Pijnstillers
  • Antidepressiva en antipsychotica
  • Anti-epileptica


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen gehaald?
Kan geheugenproblemen benoemen
Kan voorbeelden geven van functionele achteruitgang
Kan zintuiglijke achteruitgang uitleggen
Kan oorzken noemen van gewichtsverlies
Kan medicatie problemen bij ouderen benoemen
Kan voorbeelden van kwetsbaarheid van ouderen noemen
Kunnen beschrijven welke zorg er speciaal is voor kwetsbare ouderen
De betekenis en de basisregels bij euthanasie benoemen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

verder met deel 2

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

RISICO'S DEEL 2
  •  Bij het ouder worden neemt de lever- en nierfunctie vaak af, waardoor medicijnen minder en/of trager worden afgebroken
  • Ook verandert met het ouder worden de lichaamssamenstelling (meer vet, minder spier, minder water) Dit in combinatie met interacties van meerdere medicijnen op elkaar, leidt makkelijker tot bijwerkingen en medicijnvergiftiging bij ouderen 
  • Het kan voor ouderen moeilijk zijn sommige medicatie in te nemen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

KWETSBAARHEID
  • Comorbiditeit

  • Eenzaamheid 

  • Depressie

  • Afhankelijkheid

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

COMORBIDITEIT
= het bestaan van één of meer (chronische) aandoeningen naast de zogenoemde indexziekte/hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uitgaat
 Indien er geen indexziekte/hoofddiagnose wordt onderscheiden en er wel sprake is van meerdere chronische aandoeningen, spreekt men van multimorbiditeit

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

EENZAAMHEID
  • Eenzaamheid is een gevoel van gemis aan sociale relaties
  •  Eenzaamheid is voor iedereen anders en daarom ook niet voor iedereen gemakkelijk op te lossen
  •  Ouderdom brengt vaak een verlies van waardevolle relaties met zich mee, een belangrijke oorzaak van eenzaamheid

Meer dan de helft van de 75 plussers voelt zich eenzaam


Slide 41 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN
  • Het overlijden van een partner of andere leeftijdsgenoten
  • Beperkte mobiliteit 
  • Achteruitgang in fysiek en mentaal functioneren
  • We worden steeds ouder
  • We wonen langer thuis  
  • De fysieke afstand tot kinderen is groter dan vroeger

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

DEPRESSIE
  • Een depressie bij ouderen komt vaak voor, maar wordt ook vaak niet herkend 

  • Meer dan 20 procent van de ouderen heeft lichte tot ernstige klachten

  •  Deze klachten worden vaak toegeschreven aan de leeftijd 

  • Hierdoor krijgen veel ouderen niet de hulp die ze nodig hebben

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN DEPRESSIE
  • Erfelijkheid
  • Eenzaamheid
  • Verdriet en rouw vanwege het verlies van dierbaren
  • Al een ziekte hebben
  • Minder mobiel zijn/worden
  • Gebruik van medicijnen, hormonen, alcohol en drugs 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

SYMPTOMEN BIJ OUDEREN
  • Somber zijn
  • Lusteloos (stemming is mat en vlak)
  • Geen energie hebben
  • Moeite hebben met slapen, zowel het inslapen als ook het doorslapen
  • Concentratieproblemen
  • Vergeetachtig zijn
  • Prikkelbaar zijn
  • Zich eenzaam voelen
  • Piekeren

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

AFHANKELIJKHEID
  • Afhankelijkheid wordt bepaald door het fysiek en mentaal functioneren 
  •  Volledige afhankelijkheid kan uiteindelijk resulteren in een opname in een verzorgings- of verpleeghuis
  • Richten op het behoud of verbeteren van het functioneren van ouderen

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

SPECIALE ZORG VOOR KWETSBARE OUDEREN
  • Mantelzorg

  • Verpleeghuiszorg 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

MANTELZORG
  • = alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving 
  • Ook minder intensieve hulp, de hulp aan huisgenoten en de hulp aan instellingsbewoners vallen hieronder
  •  Mantelzorg is hulp die verder gaat dan de zogenoemde ‘gebruikelijke hulp’.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

VERPLEEGHUISZORG
  • Als iemand door een chronische ziekte of beperking niet meer zelfstandig kan wonen
  •  Verpleeghuiszorg is voor mensen die 24 uur per dag zorg of toezicht nodig hebben
  •  Verpleeghuiszorg wordt betaald uit de Wet langdurige zorg (Wlz) en wordt vaak geboden in verpleeghuizen
  •  Deze zorg ook kan ook in andere woonvormen
  •  Voor verpleeghuiszorg heb je een indicatie nodig. Deze kun je aanvragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

EUTHANASIE
  • = hulp bij sterven

  • Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

  • Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn

  • Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

6 ZORGVULDIGHEIDSEISEN UIT DE WET
  • Vrijwillig en goed over nagedacht (wilsbekwaam)
  • Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Informeren over de situatie en de vooruitzichten
  • Geen redelijke andere oplossing
  • Raadplegen onafhankelijke arts
  • Medisch zorgvuldige uitvoering (richtlijn volgen)

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Slide 53 - Video

This item has no instructions

lesdoelen gehaald ?

Slide 54 - Slide

This item has no instructions