HF 12 geslachtsorganen leerjaar 1

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Baarmoeder

Eileider

Eierstok

Urineblaas

Urinebuis

Vagina

Waar worden eicellen gemaakt?

1. Eierstokken
2. Eileiders
3. Baarmoeder
4. Vagina

Hoe heet deel 2?

1. Eierstok
2. Eileider
3. Baarmoeder
4. Vagina

wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5

1. ovulatie
2. innesteling
3. menstruatie
4. bevalling

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?

1. Ongesteld zijn
2. Ovulatie
3. Innesteling
4. Menstruatie

Wat is endometriose?

Wat zijn de klachten?

Wat zijn de gevolgen?

Noem 2 primaire kenmerken van de man.

1. baardhaar en groeispurt
2. penis en balzak
3. penis en schaamhaar
4. sterkere spieren

Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op

1. Teelballen
2. Bijballen
3. Zaadblaasjes
4. Zwellichamen

Hoe heet het deel van de mannelijk geslachtsorgaan aangegeven met nummer 4?

1. Zaadblaasje
2. Urineblaas
3. Zaadleider
4. Prostaat

penis

De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, 3 zwellichamen en de urinebuis. 

Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 

De eikel is normaal bedekt met de voorhuid, behalve bij circumcisie.

Sperma

3-7ml per ejaculatie

Zaadcellen 1% van sperma

Zaadvloeistof transporteert zaadcellen en bevat voedsel

Zaadcel bestaat uit een kop, middenstuk en een lange staart

In de kop bevindt zich de kern met 23 chromosomen (erfelijk materiaal)

3-4mm per minuut, dus een paar uur tot eierstok.

Zwangerschapshormoon

Mannelijk geslachtshormoon

Vrouwelijk geslachtshormoon

Ontwikkeling

Na 3 weken: ontwikkeling van de bloedsomloop 

Na 5 weken: hartactie

Na 6 weken: ontwikkeling geslachtsorganen

Na 10 weken: alle organen aanwezig 

Hierna heet de embryo --> foetus

De geboorte 

266 dagen na de bevruchting 

Productie van hormoon oxytocine, hierdoor ontstaan weeën.

vruchtvliezen breken 

Koolstofdioxide hoopt zichop  

Placenta

• Hiernaast zie je een plaatje van een embryo in de placenta .
  
• Een ander woord voor placenta is 'moederkoek'. 
  
• De placenta ontstaat een poosje na de innesteling. 
  
• Via de placenta krijgt het embryo voedingsstoffen van de moeder.
  

Navelstreng

• De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  
• De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  
• Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 
  

vruchtvliezen en vruchtwater

• Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  
• In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.
  
• Het embryo ligt in het vruchtwater. 
  
• het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. 
  
• Het embryo kan in het vruchtwater gemakkelijk bewegen. 
  

Wat is de functie van de bijballen?

1. Het tijdelijk opslaan van zaadcellen
2. Het maken van zaadcellen

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?

1. Tijdens de menstruatie
2. tijdens de ovulatie
3. Vlak na de menstruatie
4. Vlak voor de menstruatie

Welk hormoon zorgt ervoor dat de bevalling start?

1. adrenaline
2. oxytocine
3. prolactine
4. fsh

Productie zaadcellen

Opslag zaadcellen

Voortstuwen zaadcellen

Toevoegen basisch vocht

Toevoegen vocht met voedingsstoffen 

Hoeveel dagen duurt de cyclus van een vrouw?

1. 21 dagen
2. 28 dagen
3. 30 dagen (1 maand)
4. 35 dagen