BKGT 2e klas (B2J) - Hoofdstuk 7, Herhaling

Hoofdstuk 7: Landen in Europa
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7: Landen in Europa

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1: Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen

Slide 2 - Slide

Reliëf
Duitsland en Frankrijk bestaan voor de helft uit Laagland. Duits laagland lijkt een beetje op dat van Nederland, Frans laagland wat minder. Alle drie hebben wel veel landbouw.

Duitsland heeft veel heuvelland en middelgebergte. Alleen in het Zuiden zien we hoge bergen. Het wind van zee zorgt dat Duitsland een zeeklimaat heeft.

Slide 3 - Slide

Frankrijk heeft meer hoge bergen. Denk aan De Alpen en het Centraal Massief.
Door de hoge bergen komt er niet veel koele en vochtige lucht in het Zuiden. Daarom is het daar warmer en droger.

Slide 4 - Slide

Totale bevolkingsgroei Frankrijk en Duitsland
(Natuurlijk + Immigratie/Emigratie)
Geboorte en sterftecijfers Duitsland en Frankrijk

Slide 5 - Slide

Samengevat
Frankrijk:
- Positieve natuurlijke bevolkingsgroei.
- Vestigingsoverschot:
meer immigratie dan emigratie.

Duitsland:
- Negatieve natuurlijke bevolkingsgroei.
- Vestigingsoverschot:
meer immigratie dan emigratie

Slide 6 - Slide

Paragraaf 2: Werken in Duitsland en Frankrijk

Slide 7 - Slide

Beroepssectoren
Alle soorten werk noem je bestaansmiddelen: Met het geld kan je een bestaan opbouwen.
De Primaire Sector: Mensen halen grondstoffen uit de natuur. Visser, boer, mijnwerker.
De Secundaire Sector: Mensen verwerken producten uit de primaire sector in de industrie.
Tertiaire Sector: Mensen verlenen diensten. Handel, transport, onderwijs, zorg, banken, horeca.

Slide 8 - Slide

Landbouw
In Europa zien we veel landbouw door het milde klimaat. Maar de bodem moet ook goed zijn. Als deze goed is, heb je akkerbouw.
In Frankrijk en Duitsland heb je veel akkerbouw op gebieden met löss.

Bij een natte of droge bodem maken we vooral gebruik van veeteelt. Op drogere akkers maken we veevoer, zoals mais.

Slide 9 - Slide

Industrie
Bij de industrie verwerken we producten uit de primaire sector. Waar fabrieken zijn hangt af van wat ze maken.

Zware industrie heeft veel grondstoffen nodig en is daarom dichtbij grondstoffen of bij een haven.
In Duitsland en Frankrijk ontstonden Hoogovens bij plekken met veel kool of ijzer. Hier kwamen veel mensen werken en wonen. Een ideale plek ook voor Lichte Industrie.

Slide 10 - Slide

Diensten
In Frankrijk en Duitsland  werken de meeste mensen in de dienstensector.
In Duitsland is Frankfurt het centrum van de bankenwereld.

In Frankrijk is Parijs het belangrijkst voor alle soorten diensten.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Nooit meer oorlog
Ná de Tweede Wereldoorlog wilden landen gaan samenwerken voor vrede.

Zes landen gingen de productie van steenkool en ijzererts controleren, want dat heb je nodig voor wapens. Zo kan niemand stiekem wapens maken.

Die samenwerking noemde we de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
Dat is de voorloper van de Europese Unie.

Slide 13 - Slide

Welvaart
Door samenwerking in de EU krijg je Welvaart.

Landen gaan handelen met elkaar --> afhankelijk van elkaar --> vrede

Ook hebben we vrij verkeer van goederen en mensen.
Dat betekend: Makkelijk reizen, studeren, werken en handelen in Europa
Veel handel in Europa --> geen invoerrechten

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Één Europa
De Europese Unie bestaat uit 27 landen die steeds meer samenwerken.
Europese Commissie --> Ministers van de EU:
- Commissarissen hebben eigen onderwerp, zoals landbouw of justitie
- Maken wetten en regels voor EU
- Goedkeuring nodig Europees Parlement en Raad van Ministers
Europees Parlement --> Tweede Kamer van EU:
- Geven goedkeuring aan wetten Europese Commissie
- Brussel
- Aantal Zetels hangt af van aantal inwoners.
Raad van Ministers --> Alle ministers met hetzelfde onderwerp
- Geven goedkeuring aan wetten Europese Commissie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Paragraaf 5: Europa als wereldmacht

Slide 18 - Slide

Cultuur
In Europa zijn er veel verschillen, maar ook overeenkomsten. Veel Europese talen lijken op elkaar en we gebruiken hetzelfde alfabet.

In Europa is het christendom de belangrijkste godsdienst. Ook leggen we veel nadruk op wetenschap en waarden. Waarden zijn gebruiken die je meegeeft aan andere generaties.
Europeanen vinden het individu belangrijker dan de groep of familie.

Slide 19 - Slide

Koloniën
Door wetenschap en techniek hebben Europeanen hun invloed verspreid. Vanaf 1500 gingen ze op ontdekkingsreis!

We kregen exploitatiekoloniën. Dat zijn plekken waar een Europees land bestuur oplegt, maar vooral producten komt ophalen.

Op sommige plekken gingen Europeanen ook wonen. Dat zijn vestigingskoloniën. Daar vind je veel Europees cultuur terug.

Slide 20 - Slide

Rijke handelsmachten
Als we kijken naar het bruto nationaal product (bnp), dan zien we dat de VS het rijkste land ter wereld is (16 biljoen!).

De Europese unie kan je zien als één land, want iedereen werkt hier samen. Het bnp in de EU is ongeveer even groot als die van de VS.

Het bnp per inwoner in de EU is veel hoger dan landen waar de economie snel groeit, zoals China en India.

Slide 21 - Slide

Wereldmachten
De belangrijkste wereldleiders komen af en toe bijeen. Deze komen van landen die rijk zijn, grote legers hebben of van een land met veel grondstoffen.
Ze komen bijeen bij een organisatie genaamd de Verenigde Naties (VN). Deze proberen sinds 1946 wereldwijd afspraken te maken of milieu en mensenrechten. Wanneer er ergens oorlog is proberen ze te helpen.  Vaste leden van de VN zijn: De VS, China, Rusland, Frankrijk en Engeland.

Slide 22 - Slide

(Geen) Eenheid
De samenwerking in de EU verliep jarenlang goed, want veel landen kregen voordeel eruit. Maar als het economisch slecht gaat in de rijke landen, dan ontstaan er problemen.

Ook hebben landen in de EU niet dezelfde interesses of belangen. Oostenrijk wilt meer subsidie voor kleine boeren, Frankrijk juist voor grote boeren. Landen in Zuid-Europa willen meer geld voor vluchtelingen. Landen met koloniën

Slide 23 - Slide