H3 water introductieles

H3 water
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 water

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Wat behandelen we dit hoofdstuk
  • Onderwerp introduceren
  • Leerdoelen paragraaf 1
  •  Introductie maken H3

Slide 2 - Slide

Water

Slide 3 - Mind map

Indeling H3
Par 1: IJs- water- waterdamp
Par 2: Temperatuur meten
Par 3: Veranderen van fase
Par 4: Kookpunt & smeltpunt

Slide 4 - Slide

Introductie
Maak in tweetallen de introductie van H3. 


Ben je klaar? 
Lees dan H3.1 

timer
12:00

Slide 5 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1
3.1.1 Je kunt de drie fasen benoemen.
3.1.2 Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
3.1.3 Je kunt beschrijven dat ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
3.1.4 Je kunt verschillende soorten neerslag beschrijven.

Slide 6 - Slide

Lees H3.1 eerst zelf
Lees nu het kopje: Vast, vloeibaar & gasvormig 
Dit doe je alleen in stilte!


timer
3:00

Slide 7 - Slide

Vragen opschrijven in je schrift!
Welke drie fases zijn er? 

Hoe zijn deze fases te zien bij de stof water? 
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Vast, vloeibaar en gasvormig
Water kan net als veel andere stoffen voorkomen in drie toestanden:

- als vaste stof:  ijs
-als vloeistof (vloeibaar): water
-als gas: waterdamp

Deze 3 toestanden worden ook wel fasen genoemd.

Slide 9 - Slide

Wat is de fase van ijs ?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar?

Water in de gasfase noem je waterdamp.


A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Lees 3.1
Lees het kopje: Soorten neerslag


timer
4:00

Slide 12 - Slide

Noem zoveel mogelijk soorten neerslag

Slide 13 - Open question

Vast, vloeibaar en gasvormig.
Sneeuw, hagel en rijp bestaan uit ijs. Als je een handvol van oppakt, smelt het ijs in je warme hand en blijft er alleen wat smeltwater over.

Regen, dauw en mist bestaan uit waterdruppels. bij regen en dauw kun je de druppels vaak goed zien, bij mist zijn ze vaak microscopisch klein.

Slide 14 - Slide

Hoe noem je
het natuurverschijnsel
op het plaatje ?
A
mist
B
dauw
C
rijp
D
ijzel

Slide 15 - Quiz

Met welke
fase-overgang
heb je te maken bij
het onstaan van ijzel?
A
vast naar vloeibaar
B
vloeibaar naar vast
C
gas naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 16 - Quiz

Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Lees zelf nog het onderdeel kristallen. 

Maak daarna de volgende opgaves: 
1 tot en met 8 behalve opgave 6. 

Slide 18 - Slide