This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen H4
Herhaling Lezen H3 en H4
Argumentatie: weerlegging + tegenargument
Pak je laptop en doe mee met LessonUp.
Slide 1 - Slide
Lesdoel
- Je weet weer welke argumentatiestructuren er zijn
- Je kunt onderscheid maken tussen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging
- Je kunt een argumentatie met tegenargumenten weergeven in een schema
Slide 2 - Slide
Planning deze les
Herhalen theorie Lezen H3 en H4 (en deels H1 en H2)
Oefenen in LessonUp
Opdrachten maken uit het boek / online
Slide 3 - Slide
3 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Slide
Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 5 - Drag question
Wat voor soort argument is: 'In vijf jaar tijd is het aandeel van de fiets - uitgedrukt in afgelegde kilometers- meer dan verdubbeld.'
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 6 - Quiz
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie
Slide 8 - Quiz
Sommige planken zijn verrot. Je kunt de schimmel er namelijk op zien zitten. Bovendien zijn de bovenste planken verkleurd, omdat de zon de vorige zomer erg hard heeft geschenen. Daarom kunnen we de schutting net zo goed helemaal vervangen.
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Zo ziet het er ingevuld uit, maar welke structuur is dit?
A
onder- en nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
enkelvoudige argumentatie
Slide 10 - Quiz
De laatste opdracht heb je zo gedaan. De structuur van deze redenering is niet zo ingewikkeld. Je bent dus bijna klaar met oefenen.
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Zo ziet het er ingevuld uit, maar welke structuur is dit?
A
onder- en nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
enkelvoudige argumentatie
Slide 12 - Quiz
Ik begreep de opdracht niet. Daarom heb ik mijn huiswerk niet gemaakt. Bovendien had ik nauwelijks tijd. De tennistraining liep namelijk uit, omdat de trainer voor straf iedereen een extra rondje om het veld liet rennen.
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Zo ziet het er ingevuld uit, maar welke structuur is dit?
A
onder- en nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
enkelvoudige argumentatie
Slide 14 - Quiz
Theorie Lezen H4
Tegenargument en weerlegging
Slide 15 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
Slide 16 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
Slide 17 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Slide 18 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Slide 19 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Standpunt
Argument
Tegenargument
Weerlegging
Slide 20 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Tegenargument = tegen het standpunt
Weerlegging = (tegen)argument onderuithalen
Slide 21 - Slide
Tegenargument en weerlegging
Slide 22 - Slide
Op de middelbare school moeten leerlingen elke dag een uur gym hebben. 1. Bedenk een feitelijk argument voor dit standpunt 2. Bedenk een waarderend argument voor dit standpunt 3. Bedenk een tegenargument bij dit standpunt 4. Bedenk een weerlegging bij je argument
Slide 23 - Open question
Een tegenargument is een argument tegen het standpunt.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
Aan het signaalwoord 'maar' kun je een weerlegging herkennen.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Een tegenargument of weerlegging kun je altijd herkennen aan een signaalwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Standpunt: Social media zijn niet goed voor de maatschappij. Tegenargument: Voorstanders van social media zeggen dat je op social media vriendschappen kunt opbouwen. Weerlegging: ...
Slide 27 - Open question
Aan de slag
Maak alle (extra) opdrachten bij H3 en H4 Lezen in Nieuw Nederlands online. Klaar? Begin dan alvast met leren voor de toets volgende week.