3k-2-2.4-2 hh

2.4 bevruchting en zwangerschap

Op tafel:
Boek A
Biologie schrift
Chromebook lessonup



1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 bevruchting en zwangerschap

Op tafel:
Boek A
Biologie schrift
Chromebook lessonup



Slide 1 - Slide

Planning
  • Nakijken
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
-Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
-Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
-Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
-Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan. 

Slide 3 - Slide

De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat zijn primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
A
Borsten en vagina
B
Vagina en schaamlippen
C
Bredere heupen en borsten
D
Ronde lichaamsvormen en vagina

Slide 5 - Quiz

Op welk moment in de menstruatiecyclus is het baarmoederslijmvlies het
dikst?
A
tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
vlak na de menstruatie
D
vlak voor de menstruatie

Slide 6 - Quiz

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 7 - Drag question

Placenta
Hiernaast zie je een embryo van 7 weken oud.  Het hart en bloedvaten zijn al ontwikkeld. 

Op de plaats waar het embryo is ingenesteld, begint de placenta (moederkoek) te groeien.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Placenta
 In de placenta stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder. Bloed van moeder stroomt dus niet door het embryo, maar blijft gescheiden van het bloed van het embryo.

Door kleine gaatjes in de wanden van de bloedvaten gaan stoffen van het ene bloedvat naar het andere:
• Zuurstof en voedingsstoffen gaan van het bloed van de moeder naar het bloed van het embryo.
• Afvalstoffen gaan van het bloed van het embryo naar het bloed van de moeder.

Slide 10 - Slide

Placenta
Via de placenta kunnen ook schadelijke stoffen bij het embryo komen, zoals nicotine, alcohol, drugs en medicijnen.

 Ook sommige ziekteverwekkers kunnen via de placenta bij het embryo komen.

Slide 11 - Slide

navelstreng
Het embryo heeft een navelstreng. De navelstreng is de verbinding tussen het embryo en de placenta. In de navelstreng liggen twee slagaders en één ader.

Navelstrengslagaders
- Bloed stroomt van het embryo naar de placenta.
- Bloed  bevat veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen van het embryo.

Navelstrengader
- Bloed stroomt van de placenta naar het embryo.
- Bloed bevat veel zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vruchtvliezen en vruchtwater
Na drie maanden noem je het embryo een foetus (spreek uit: feutus). Een foetus heeft al alle kenmerken van een mens. 

Om de foetus heen liggen de vruchtvliezen
De foetus ligt in vruchtwater. 
De foetus kan hierin gemakkelijk bewegen.

 Het vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en verandering van de temperatuur.

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken


Opdracht 4 t/m 7
BLZ 125 - 128

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Zelfstandig werken
Wat: Maken opdrachten op blz. 104: 1, 2, 4, 6, 7
Hoe: papieren boek, overleggen met buur
Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar: Nakijken. Samenvatting maken.

Slide 17 - Slide

Lesafsluiting
Huiswerk voor de volgende les: 

2.2
Maken opdrachten op blz. 86: 1, 4, 5, 6

Slide 18 - Slide