§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek - Deel 2

§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
VOC en WIC
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
VOC en WIC

Slide 1 - Slide

1587-1629
1619: Gouverneur Generaal VOC

Slide 2 - Slide

"we kunnen geen handel drijven zonder oorlog,
of oorlog drijven zonder handel"

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Huiswerk 11-10
Schrijf op in je PLENDA
Maken opdracht 1 t/m 15 van §2.1

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de economie van Holland in de late middeleeuwen verandert en wat het belang hiervan is
- Hoe de economie van de Republiek eruitziet 
- Hoe de economie van de Republiek onderdeel wordt van de wereldeconomie en welke rol de VOC en WIC daarin spelen
- Wat het verband is tussen de driehoekshandel, slavenhandel en  plantageslavernij

Slide 13 - Slide


Leg uit wat handelskapitalisme is

Slide 14 - Open question

In welk werelddeel verdient de Republiek het meeste geld?

Slide 15 - Drag question

Wereldeconomie
Het meeste geld verdient de Republiek in Europese handel
Maar in de 16de eeuw worden nieuwe vaarroutes ontdekt
Plotseling is het mogelijk over de hele wereld te handelen
Zo wordt de Republiek onderdeel van een wereldeconomie

Slide 16 - Slide

Lees
"VOC en WIC"

Slide 17 - Slide


Waarvoor staat de letter C in VOC en WIC

Slide 18 - Open question


Wat is een compagnie?
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 19 - Quiz


Leg uit hoe de losse compagnieën ervoor zorgen dat iedereen minder verdient

Slide 20 - Open question

Oprichting VOC
In 1602 worden alle losse compagnieën samengevoegd 
Zij zijn samen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
De VOC krijgt een handelsmonopolie
Om dit af te dwingen mag de VOC ook oorlog voeren
Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt

Slide 21 - Slide

Waar staan de letters VOC voor?
A
Verenigde Oosterse Compagnie
B
Verzamelde Oost-Indische Compagnieën
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verzamelde Oosterse Compagnie

Slide 22 - Quiz

Filmpje
De VOC in Indië

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Maar ook in het westen
Ook in het westen gaat Nederland handelen
Dit gebeurt door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelt in cacao, koffie, tabak etc., maar ook slaven
De driehoekshandel speelt hierin een grote rol

Slide 25 - Slide

Filmpje
Wat was de WIC?

Slide 26 - Slide

6

Slide 27 - Video

00:17
Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 28 - Quiz

00:41
Waarmee kopen de Nederlanders slaven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Textiel
B
Kruiden
C
Drank
D
Wapens

Slide 29 - Quiz

01:02
Waarom zouden slaven een brandmerk krijgen van de WIC?

Slide 30 - Open question

01:19
Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 31 - Quiz

02:11
Voor hoeveel procent van de totale slavenhandel is Nederland verantwoordelijk?
A
5%
B
25%
C
55%
D
80%

Slide 32 - Quiz

02:17
Moeten we boos zijn op de Nederlandse slavenhandelaren?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Filmpje
Canon

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Huiswerk 11-10
Schrijf op in je PLENDA
Maken opdracht 1 t/m 15 van §2.1

Slide 36 - Slide