Evolutietheorie
1 / 44
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Evolutie of schepping? Wat geloof jij?
A
Evolutie
B
Schepping
C
Combinatie?
Slide 22 - Quiz
Waarvan spreken we als het gaat om het best aangepaste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie
D
evolutie
Slide 23 - Quiz
Wanneer is er een nieuwe soort ontstaan?
A
Als de populaties niet meer op elkaar lijken
B
Als de populaties zijn geïsoleerd van elkaar
C
Als de populaties niet meer onderling kunnen voortplanten
D
Als de organismen mutaties hebben gekregen
Slide 24 - Quiz
Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten
Slide 25 - Quiz
Waardoor werd Charles Darwin bekend?
A
Hij ontdekte Zuid Amerika
B
Hij heeft DNA ontdekt
C
Hij bedacht de evolutietheorie
D
Hij was een christen die mensen bekeerde tot het geloof in God
Slide 26 - Quiz
Wat is evolutie?
A
Het ontstaan van de aarde
B
Het veranderen van soorten
C
Het ontstaan van nieuwe soorten
D
Het veranderen en ontstaan van nieuwe soorten
Slide 27 - Quiz
Door wie is de evolutietheorie bedacht?
A
Charles Darwin
B
Albert Einstein
C
mevrouw Lavertu
D
Sigmund Freud
Slide 28 - Quiz
Wat is natuurlijke selectie?
A
Veranderingen in het genotype die gunstig zijn
B
Verschillen in DNA die ongunstig zijn
C
Genotype dat is aangepast aan het milieu overleeft
D
Genotype dat is aangepast aan het milieu sterft uit
Slide 29 - Quiz
De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
Beagle
Slide 30 - Quiz
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?
A
Isolatie
B
Evolutie
C
Natuurlijke selectie
D
Voortplanting
Slide 32 - Quiz
Het proces waarbij organismen zich aanpassen aan hun omgeving noem je...?
A
Ecologie
B
Charles Darwin
C
Survival of the fittest
D
Evolutie
Slide 33 - Quiz
Zijn het ontstaan en uitsterven van organismen onderdelen van de evolutie?
A
ja
B
nee
Slide 34 - Quiz
Hoe noemen we de ontwikkeling van een rups naar een vlinder?
A
Evolutie
B
Metamorfose
Slide 35 - Quiz
Is de ontwikkeling van bacteriën naar eencellige planten een voorbeeld van evolutie?
A
Ja
B
Nee
Slide 36 - Quiz
De ontwikkeling van vissen tot amfibieën is een voorbeeld van evolutie.
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quiz
De ontwikkeling van larve
tot lieveheersbeestje is een
voorbeeld van evolutie.
tot lieveheersbeestje is een
voorbeeld van evolutie.
A
Ja
B
Nee
Slide 38 - Quiz
Welke van de onderstaande ontwikkelingen is een voorbeeld van evolutie?
A
De ontwikkeling van een embryo tot een baby
B
De ontwikkeling van een kuiken tot een kip
C
De ontwikkeling van zeeplanten tot landplanten
Slide 39 - Quiz
De snoek vangt vis A. Vis B was sneller dan vis A. Daardoor kon vis B ontsnappen.
Waarvan is dit een voorbeeld?
A
van evolutie
B
van geslachtelijke voortplanting
C
van natuurlijke selectie
D
van isolatie
Slide 40 - Quiz
Wat zijn rudimentaire organen?
A
Organen die we nog steeds gebruiken
B
Organen die nog steeds aanwezig zijn maar geen functie hebben.
C
Organen met een specifieke functie
Slide 41 - Quiz
Wat is geen rudimentair orgaan?
A
Het heupbeen bij een walvis
B
De blinde darm bij de mens
C
Het staartbotje bij een kat
D
Het staartbeen bij de mens
