27-02-2024

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5

Lesdag 27-02-2024

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblik
• Oefentoets hoofdstuk 4 nakijken/bespreken 
• Theorie hoofdstuk 5
• Praktijkopdrachten
• Oefentoets hoofdstuk 5

Volgende week dinsdag wordt huiswerk nagekeken (hoofdstuk 4, 5  en 6)
Hoofdstuk 6 wordt tijdens de les van donderdag behandeld.

Oefentoets hoofdstuk 4 nakijken

Praktijkopdrachten

Aan- en uitkleden

Praktijkopdracht aan- en uitkleden

•  Groepjes van 2
  
• Pak het stappenplan op blz. 48 van je boek erbij!
  
• Ga eerst oefenen, denk je het volledig te kunnen zonder boek? Roep mvr. 't Lam erbij. 

Praktijkopdracht hulpmiddelen en zelfredzaamheid

Zoek van de volgende 4 categorieën een hulpmiddel + foto

1. Aan- en uitkleden
2. Eten en drinken
3. Toiletgebruik
4. Douchen
   
   

Op blz. 53 van je boek staat de opdracht. 

Bevorderen van autonomie en zelfredzaamheid
Stellingen: eens of oneens? Waarom?

1.  Als een kind op het potje plast dan moet je het kind belonen.
   
2. Als er te weinig tijd is om een zorgvrager naar het toilet te brengen dan kun je hem het beste de hele dag incontinentiemateriaal laten dragen.
3. Als de zorgvrager nog zelf zijn schoenen kan aantrekken, maar het sneller gaat als jij dit doet. Dan trek jij zijn schoenen aan.
4. Tijdens een driehoeksgesprek laat ik mijn coach het gesprek voeren over mij. 

Motorische beperking

• Mensen die niet meer kunnen lopen of hun armen/handen gebruiken.
• Hebben hulp nodig bij dagelijkse activiteiten zoals wassen, aankleden en zich verplaatsen (transfer).
• Kan aangeboren zijn, maar ook op latere leeftijd ontstaan. (NAH)

Theorie hoofdstuk 5

blz. 219 tot 233

Presentatie maken

• Groepjes van 2 of 3
• Opdracht blz. 69 van je boek
• 8 dia's
• Verdeel de taken goed met elkaar, wie doet wat?
• Inleveren via classroom (1 persoon per groepje)

Een rollenspel

1. Beginfase
2. Middenfase
3. Eindfase 

Wanneer je iemand zorg komt verlenen, hoe start je dan een gesprek?

• Goedemorgen, goedemiddag of goedenavond.
  

(geen hoi, hallo)

• Je stelt jezelf voor aan de zorgvrager en geeft aan dat je komt helpen.
  

(LET OP: tijdens een rollenspel ken je de persoon NOOIT.)

• Je spreekt de hulpvrager altijd aan met u.

Waar moet je aan denken bij het verlenen van zorg?

• Je vertelt de hulpvrager wat je komt doen.
  
• Je stimuleert/motiveert zelfredzaamheid.
  
• Je vertelt altijd wat je doet, of gaat doen.
  
• Maak een praatje met de zorgvrager,
  

 toon inlevingsvermogen.

Afscheid nemen van de zorgvrager

• Je vraagt of alles naar wens is of nog ergens bij kan helpen?
  

(Dit helpt bij het makkelijker afsluiten van het gesprek/rollenspel)

• Je wenst de zorgvrager een prettige dag.
  
• Je neemt netjes afscheid door te zeggen tot ziens.
  

(niet doeeeei, doehoeeei, bye etc)

Oefentoets hoofdstuk 5