Blok 3 Week 3

English
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:
  • Check Answers 5D-5E
  • Theme 5G
  • Theme 5H
  • Theme 5I

Slide 2 - Slide

Aims
- Je kunt specifieke informatie uit een luisterfragment halen door gericht te luisteren.
-Je kunt het doel van een tekst bepalen.
-Je kunt je gevoelens uiten over een land.


Slide 3 - Slide

 Down Under

Slide 4 - Slide

Answers Exercise 8
1 On Australia Day they attend music events.
2 People Down Under are very good at cooking.
3 People in England don’t play sports as often as we do.
4 In this area they go to the beach every weekend.
5 What do most Australians do on Australia Day?
6 Over here, people go to the countryside a lot.


Slide 5 - Slide

Answers Exercise 9
1 British people can’t cook like Australians.
2 In my country people go to indoor sports events every Saturday.
3 People here don’t cook as often as we do.
4 Most Australians live close to the beach.
5 On national holidays they attend festivals.
6 They are very good at playing instruments.

Slide 6 - Slide

Answers Exercise 10
Hi!

King’s Day is celebrated on the birthday of our King Willem Alexander, on April the 27th. People in my country dress up in orange. We like to call it ‘orange fever’. A lot of Dutch people sell their second-hand things on the streets. On this national holiday a lot of people go to Amsterdam.
Good luck with your assignment.

Love,
Ellis



Slide 7 - Slide

Answers Exercise 12
1 am working
2 is
3 will get
4 am going to miss
5 are meeting
6 turns / is turning
7 weighs
8 are watching
9 communicate
10 takes


Slide 8 - Slide

Answers Exercise 13
1 is
2 plan
3 am studying
4 am trying
5 am turning
6 write
7 will buy
8 are going to eat

Slide 9 - Slide

5E: Grammar p. 35
Present  Simple
Present Continuous
be going to
will / shall
tegenwoordige tijd bij:
-feiten gewoonten, regelmatige gebeurtenissen
tegenwoordige tijd bij:
-dingen die op dit moment gebeuren.
-iets aanbieden, bij beloftes, aankondigingen en besluiten
I always do my homework on Sundays.
I am speaking at the moment.
-I will do my homework.
-She will help you.
toekomende tijd bij:
-vaste schema's
toekomende tijd bij:
-afspraken in de toekomst waarvan tijd en plaats vaststaan.
toekomende tijd:
- als iemand iets van plan is.
-voorspellingen doen met bewijs

toekomende tijd:
-voorspellingen doen zonder bewijs.
The train leaves at six o'clock.
We are visiting Perth next week.
- I am going to visit Perth.
-Look at those clouds. It is going to rain.
- I think we will eat soup tonight.

Slide 10 - Slide

5G: Listening p. 37
Exercise 15: lees de tekst op p. 80 Textbook en doe de quiz.

Klaar? : lees de zinnen van Exercise 16 goed door.


Exercise 16: luister naar Discover Australia en kruis de zinnen aan die waar zijn. 
timer
4:00

Slide 11 - Slide

Purpose of a text (tekstdoel)

Slide 12 - Slide

Tekstdoel
Tekstdoel
De schrijver wil
Voorbeelden
informeren
dat je iets te weten komt
krantenbericht, folder
instrueren
zeggen hoe je iets moet doen
handleiding, recept
overhalen/activeren
dat je wel of niet iets gaat doen 
uitnodiging, advertentie
overtuigen
zijn mening geven
reactie op website, recensie
amuseren
je vermaken
fictief verhaal, stripverhaal

Slide 13 - Slide

5H: Reading p. 38
Wat:
Exercise 17: lees de tekst op p. 80 textbook en beantwoord de vragen in het Nederlands.
Exercise 18: lees de tekst opnieuw en geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn.
Exercise 19: vertaal de woorden naar het Engels en vul de Engelse woorden in.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden de komende les nakijken.
Klaar: leer de woorden van B-G-H  (Textbook) p.85-86

Slide 14 - Slide

 5I: Speaking & Writing p.40
STONE 12 p. 82 Textbook
Wat:
Exercise 20: maak de stone compleet door de zinsdelen uit het kader te gebruiken.
Exercise 21: geef de zinsdelen die bij elkaar horen dezelfde kleur. Schrijf vervolgens de zinnen op en vertaal ze naar het Nederlands.
Exercise 22: schrijf de vragen en antwoorden in het Engels op. Gebruik de woorden tussen haakjes en Stone 12.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden na de vakantie nakijken.
Klaar: leer de woorden van B-G-H (Textbook) p.85-86 en zinnen van Stone 12 op p. 40.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

History of Valentine's Day
.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

To do / Homework
Finish exercise 17-18-19-20-21-22 on p. 38-42  Activity Book B

Slide 19 - Slide