3.5 Bacteriën

H3 Ordening
3.6 Bacteriën
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 Ordening
3.6 Bacteriën

Slide 1 - Slide

Klaas-Jan en Ingrid hebben een discussie. Klaas-Jan zegt dat schimmels voortplanten via celdeling. Ingrid is het daar niet mee eens, zij zegt dat schimmels voortplanten door sporen. Wie heeft of wie hebben gelijk?
A
Klaas-Jan heeft gelijk
B
Ingrid heeft gelijk
C
Ze hebben allebei gelijk
D
Geen van beiden heeft gelijk

Slide 2 - Quiz

Er zijn goede en slechte schimmels. Geef van beide één voorbeeld.

Slide 3 - Open question

Aan het einde van de les...
- Kun je kenmerken noemen van bacteriën.
- Kun je uitleggen dat bacteriën zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn, en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 4 - Slide

Verschillende schimmels
- Eencellig of meercellig (uit schimmeldraden)


       Gisten                      Paddenstoelen     Schimmeldraden                

Slide 5 - Slide

Voortplanting schimmels
Planten zich voort via celdeling of met sporen.

Slide 6 - Slide

Bouw en voortplanting
- Eencellig
- Voortplanting door celdeling
- Hebben géén celkern

Slide 7 - Slide

Celdeling
Een bacterie deelt in de perfecte omstandigheid ongeveer elk half uur. 



> Wat zou er met de celdeling gebeuren
als je het in de koelkast stopt?

> En in de vriezer?

Slide 8 - Slide

Biotechnologie
Net als schimmels, worden ook bacteriën gebruikt voor het maken van voedsel, zoals yoghurt, zuurkool en augurken. Ook met bacteriën worden sommige medicijnen gemaakt.

Slide 9 - Slide

Goede bacteriën
- Je darmen zitten er vol mee! (helpen bij de vertering)
- Je huid ook! (beschermlaag)
- Veel bacteriën zitten ook in de grond om dode resten op te ruimen.

Slide 10 - Slide

"Slechte" bacteriën
Sommige bacteriën kunnen helaas wel ziekten veroorzaken (infectie). Met antibiotica kunnen deze infecties bestreden worden.

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 3.5.

- Klaar? Maak de test jezelf van 3.5. Als je zelfs dat af hebt, kun je verder met de test jezelf van de vorige paragrafen (of verder met 3.6 als je dat af hebt).

Succes! 

Slide 12 - Slide